Meerderheid Tweede Kamer: herstel gelijkspeelveld voor industrie noodzakelijk

Waarde van de industrie

De Nederlandse industrie heeft een grote waarde voor de samenleving. Volgens onderzoeksbureau PWC bedraagt de totale maatschappelijke toegevoegde waarde van 6 sectoren die de basisindustrie vormen ongeveer 60 miljard euro. Zo’n 435 duizend mensen zijn direct of indirect voor hun bestaanszekerheid afhankelijk van de industrie. In economisch kwetsbare regio’s werkt 15-20 procent van de beroepsbevolking in de industrie. Helaas staat dit belang onder grote druk en heeft de industrie moeite om competitief te blijven door hoge energiekosten, eenzijdige Nederlandse heffingen en het ontbreken van de benodigde voorwaarden om te verduurzamen. De aangekondigde sluiting van twee chemische installaties in Rotterdam zijn de laatste signalen dat het investeringsklimaat in Nederland ernstig verslechterd is.

Ketens

De sluiting van bedrijven heeft grote gevolgen voor het industriële ecosysteem. Elk bedrijf is een schakel in een keten van bedrijven die elkaar grondstoffen en producten leveren. Een efficiënt systeem. Wanneer er één schakel wegvalt, heeft dat onmiddellijk gevolgen voor de efficiëntie van het gehele systeem, waardoor het voortbestaan van andere bedrijven in gevaar komt en meer bedrijfssluitingen dreigen. Hans Grünfeld, algemeen directeur van VEMW, in gesprek op NPO1 radio: “We hebben een zeer efficiënte industrie die georganiseerd is in clusters, die niet alleen producten produceert, maar ook kennis en innovatie genereert en samenwerkt met het MKB, wat zorgt voor nog meer banen in het land. Het wegvallen van één schakel in de keten verzwakt de uitgangspositie van het ecosysteem.”

Herstel

Om het investeringsklimaat in Nederland te herstellen, moeten er tijdige politieke keuzes worden gemaakt. Deze keuzes moeten ervoor zorgen dat de productiekosten verminderen en dat het gelijk speelveld met buurlanden als Duitsland, België en Frankrijk hersteld wordt. Om dit te bereiken is het van groot belang dat de industrie zo snel mogelijk gecompenseerd wordt voor de hoge elektriciteitskosten, dat de netkosten niet verder toenemen en dat eenzijdige heffingen, zoals de CO₂-heffing en de aangekondigde plasticheffing, geschrapt worden. Met de adviezen van de ambtelijke IBO-werkgroep, alsmede de recent gepubliceerde Europese Clean Industrial Deal, kan de Nederlandse regering dit regelen.

Beslissingen

Grünfeld: "Het is positief dat een grote meerderheid van de Tweede Kamer zich uitspreekt over de ernstige situatie voor de industrie en de noodzaak tot herstel van een gelijk speelveld. We verwachten dat er in de Voorjaarsnota een echte oplossing komt voor de hoge netwerktarieven. Daarnaast is het nodig bedrijven te vrijwaren van CO₂-heffing, bovenop de Europese EU-ETS prijs. Aangezien bedrijven op dit moment geen mogelijkheden hebben om te verduurzamen, worden ze met de heffing onterecht gestraft, zo vond ook een groot deel van de Tweede Kamer. Het afschaffen van deze heffing, of het bieden van duidelijke en tijdige alternatieven voor bedrijven zonder handelingsperspectief, werd als noodzakelijk bestempeld. Het is jammer dat de motie van lid Bontenbal om nu dit te doen en een duidelijk signaal richting de industrie te geven, door de minister werd ontraden”.   

Hier kunt u luisteren naar de bijdrage van Hans Grünfeld in het NPO Radio 1-programma Stand.nl (vanaf 15:40 min):
🔗 Chemische industrie dreigt uit Nederland te verdwijnen

Een uitgebreide bijdrage van Hans Grünfeld over dit onderwerp is te vinden in De Telegraaf:
🔗 Chemische industrie kan rekening voor verduurzaming niet meer betalen

Bekijk hier ook de bijdrage van Hans Grünfeld in RTL Z Nieuws (20 maart, vanaf 5:00 min):
🔗 RTL Z Nieuws – 14:00 uur