Terug naar nieuws

IBO cruciaal voor toekomst industrie

VEMW verwacht van het IBO oplossingen voor competitieve nettarieven

Elektriciteit Netwerken, Prijzen en tarieven30 januari 2025Matthieu van den Beld

In februari presenteert het IBO Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur haar rapport met daarin de bevindingen en aanbevelingen van het bijna jaarlange onderzoek gericht op concrete beleidsopties die bijdragen aan de concurrentiepositie van Nederland en de betaalbaarheid van de Nederlandse elektriciteitsinfrastructuur. Tijdens een rondetafelgesprek op 18 september en een daaropvolgende brief heeft VEMW de behoeften van de elektriciteitsgebruiker belicht. VEMW maakte hierbij een onderscheid tussen het acute probleem van hoge tarieven in vergelijking met omringende landen en het toekomstige probleem van snel oplopende kosten van het net op zee. VEMW verwacht van het IBO oplossingen voor beide problemen.

Acuut probleem

Het acute probleem voor bedrijven is het ongelijke speelveld in Europa. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat de nettarieven in Nederland vele malen hoger zijn dan in de ons omringende landen. Bedrijven in Nederland ondervinden hierdoor een negatief effect op hun concurrentiepositie en zijn genoodzaakt hun productie te verlagen of stop te zetten met sluiting en verplaatsing naar het buitenland tot gevolg. Zinkproducent Nyrstar is daar een goed voorbeeld van: vorig jaar werd in Nederland de productie stil gelegd vanwege hoge elektriciteitskosten terwijl de productie in België en Frankrijk wel doordraaide. Dit effect is niet alleen slecht voor de bedrijven zelf maar ook voor het verdienvermogen van de Nederlandse maatschappij.

VEMW verwacht van het IBO een duidelijk voorstel om dit acute probleem te verlichten door de algehele netkosten te verlagen. Dit kan door het gebruik van het net te optimaliseren en prikkels voor doelmatig netgebruik bij alle aangeslotenen neer te leggen. Optimalisatie van het net alleen is echter niet genoeg om een gelijk speelveld te herstellen. Om te kunnen investeren hebben bedrijven zekerheid nodig dat de elektriciteitskosten in Nederland niet uit de pas zullen lopen met omringende landen. De Nederlandse overheid zou deze doelstelling expliciet moeten maken en instrumenten moeten ontwikkelen om het doel te realiseren. Een optie hiervoor is het op korte termijn direct ondersteunen van de partijen die het meeste last hebben van het ongelijke Europese speelveld. Op zijn minst tot de ons omringende landen hun vrijstellingen en kortingen afschaffen en er weer een gelijk speelveld ontstaat.

Toekomstig probleem

Naast het acute probleem van het ongelijke speelveld bestaat er ook nog een toekomstig probleem dat in de komende jaren op alle aangeslotenen afkomt: de enorme stijging van de nettarieven door de kosten voor de bouw van het net op zee. Een stijging van de netkosten die Nederland te wachten staat door het net op zee moet dan ook voorkomen zien te worden en VEMW heeft het IBO onderstaande oplossingen voorgedragen.

Het net op zee dient een maatschappelijk belang als hoeksteen van ons toekomstige duurzame elektriciteitssysteem. Een dergelijke investering rechtvaardigt bekostiging uit algemene middelen. Daarnaast draagt bekostiging uit algemene middelen bij aan de handhaving van een Europees gelijk speelveld.

Een aanvullende optie is om het net op zee gedeeltelijk te laten bekostigen door de ontwikkelaars van wind op zee. Dit kan door een eenmalige bijdrage aan de kosten van het net op zee, het verplaatsen van het aansluitpunt naar land of door structurele nettarieven voor wind op zee. Hier moet voor de ontwikkelaars uiteraard iets tegenover staan en VEMW ziet dan ook een combinatie met CFD’s voor zich. Hierdoor worden de kosten voor het net op zee gedeeltelijk gedekt en zijn ontwikkelaars verzekerd van hun inkomsten.

Verder is het net op zee niet alleen van nationaal belang, maar dient ook andere Europese lidstaten, aangezien deze zullen profiteren van Nederlandse windenergie. Hierdoor kan het Nederlandse net op zee worden aangemerkt als een Project of Common Interest (PCI). Een deel van de kosten zou dan ook gedekt kunnen worden door EU-subsidies, zoals de Connecting Europe Facility (CEF). Het internationale belang van het net op zee leidt ook tot de aanleg van additionele infrastructuur om de opgewekte elektriciteit te kunnen exporteren. Op dit moment komen de beoogde kosten voor deze infrastructuur volledig voor rekening van de Nederlandse afnemer, terwijl het buitenland mee profiteert. Een invoedingstarief zal, gezien de beperkingen die Europese regelgeving hier momenteel aan stelt, maar zeer beperkt soelaas bieden. Het is daarom van groot belang dat onderzocht wordt op welke manier de kosten van deze exportgerichte investeringen doelmatig en kostenreflectief toegedeeld kunnen worden.

VEMW hoopt dat het IBO de noodzaak erkent om het effect van de bouw van het net op zee op de nettarieven te verlichten en deze voorgestelde oplossingsrichtingen heeft meegenomen in het rapport.

Actie vereist

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De situatie voor de Nederlandse industrie wordt steeds nijpender. De extreem hoge nettarieven spelen hierbij een grote rol. Het acute probleem dat hierboven beschreven is zorgt er al voor dat Nederlandse bedrijven hun activiteiten in Nederland heroverwegen. Daarbij komt nog het toekomstige probleem dat ervoor zal zorgen dat de bestaanszekerheid van de Nederlandse industrie verder aangetast wordt. Als VEMW hopen we dat het IBO deze benarde situatie onderkent en doelmatige oplossingen voorstelt. Er moet nu actie ondernomen worden als we de industrie in Nederland, en daarmee ons verdienvermogen en onze onafhankelijkheid, willen waarborgen.”