Al langer is bekend dat problemen met de levering van elektriciteit een bedreiging vormen voor de economische ontwikkeling van Nederland. Problemen met de watervoorziening kunnen daar nog een flinke schep bovenop doen: het begrenzen van koelwaterlozingen, het uitblijven van de uitbreiding van het drinkwateraanbod en onzekerheden over de drinkwatervoorziening aan bedrijven kunnen volgens de Koninklijke Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) en de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische industrie (VNCI) leiden tot een aantasting van het vestigingsklimaat voor waterafhankelijke bedrijven. VEMW en VNCI vragen hier aandacht voor in een brief die naar de Tweede Kamer is gestuurd. Daar vindt op 24 september een debat plaats over water.
Begrenzing koelwaterlozingen onverantwoord
Het vorige kabinet wilde warmtelozingen (koelwater en gezuiverd afvalwater) op grote rivieren begrenzen. Daartoe wordt de watertemperatuurnorm verlaagd van 28°C naar 25°C. Deze ogenschijnlijk kleine aanpassing kan verstrekkende gevolgen hebben voor bedrijven en elektriciteitscentrales. De kans is namelijk aanwezig dat zij in droge perioden gedeeltelijk of geheel moeten worden stilgelegd omdat ze hun restwarmte niet meer kwijt kunnen. Door het verlagen van de temperatuurnorm verdwijnt voor de bedrijven de speelruimte om zo’n periode door te komen. Het besluit is uiterst opmerkelijk aangezien er geen onderzoek heeft plaatsgevonden naar de (economische en milieutechnische) gevolgen van de aanpassing van de temperatuurnorm. VEMW en VNCI vinden dit onverantwoord en willen dat dit onderzoek alsnog wordt uitgevoerd. Zo nodig moet worden afgezien van de aanpassing van de temperatuurnorm.
Toekomstige drinkwatervoorziening bedrijven onzeker
Op meerdere plekken in Nederland is het niet meer vanzelfsprekend dat bedrijven worden aangesloten op het drinkwatersysteem. En bedrijven die wel zijn aangesloten en vanwege hun groeiambities meer drinkwater willen afnemen, kunnen dat in sommige regio’s vergeten. Dit is in de ogen van VEMW en VNCI een zeer onwenselijke situatie. Bedrijven die drinkwater nodig hebben, moeten te allen tijde drinkwater kunnen krijgen. Daartoe is nodig dat provincies vanuit het Rijk worden aangezet tot een snellere en efficiënte afgifte van winvergunningen aan drinkwaterbedrijven. Ook moet in de drinkwaterwet worden verankerd dat de levering van drinkwater aan bedrijven die dat nodig hebben wordt geborgd. In dat geval kunnen deze bedrijven aan de slag met het maken van plannen om efficiënter om te gaan met drinkwater wetende dat zij dit kunnen blijven gebruiken en niet naar alternatieven op zoek hoeven.
Tot slot onderschrijven VEMW en VNCI het grote belang van een goede waterkwaliteit. Om die reden pleiten de organisaties voor een snellere actualisatie van verouderde lozingsvergunningen in het licht van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). De overheid moet meer middelen vrijmaken om ervoor te zorgen dat de vergunningen sneller worden bezien en zo nodig herzien.
Bron: VEMW en VNCI