Terug naar nieuws

Nieuwe studie TNO bevestigt hoge integrale kosten groene waterstof in Nederland

VEMW: opschaling en leercurves nodig voor kostenreductie én een alternatief: blauwe waterstof

Waterstof Prijzen en tarieven3 juni 2024Paul Villalobos Valdivia

Een nieuwe studie van TNO op basis van recente cijfers van 11 bedrijven over hun projectvoornemens voor groene waterstofproductie, bevestigt de hoge integrale kosten (‘Levelised Cost of Hydrogen Production’; LCOH2) in een range van 12-14 euro/kg waterstof. Volgens VEMW zijn opschaling en leercurves nodig om de kosten omlaag te krijgen. En, een alternatief op kortere termijn: blauwe waterstof.

Hoge kosten

TNO heeft een model (Renewable Hydrogen Cost Element Evaluation Tool (RHyCEET)) ontwikkeld om de kosten voor groene waterstofproductie te berekenen. Met het gebruik van de tool komt TNO in de base case uit op een LCOH2 van 13,69 euro/kg. De commoditykosten voor elektriciteit (ca. 5 euro/kg), kosten voor de investering (ca. 5 euro/kg) en het elektriciteitstransport (hoogspanning) (ca. 2 euro/kg) leveren de grootste bijdrage aan de LCOH2.

Kostenverlaging

De TNO-studie vergelijkt verschillende scenario’s en laat met behulp van de tool zien waar potentiële kostenverlagende maatregelen mogelijk zijn. Ten eerste zullen schaalvoordelen de prijs drukken. Een toename in vraag naar elektrolysers, opschaling van de elektrolyserproductie en een schaalvoordeel bij waterstofproductie leid tot een minimaal effect op de LCOH2 (ca 1 euro/kgH2). Dat heeft deels te maken met de modulaire opbouw van productiecapaciteit, die minder schaalvoordeel geeft dan de vergroting van productie-eenheden. Ten tweede heeft de methode van financiering invloed op de LCOH2 (ca 0,7 euro/kgH2). Een hoger aandeel leningen versus eigen vermogen leidt tot lagere financieringskosten, belastingvoordelen en lagere WACC (Weighted Average Cost of Capital). Ten derde kan het nuttig gebruik van warmte en zuurstof (bijproducten van het elektrolyseproces) ook een kostenverlagend effect hebben.

Onzekerheden

Naast de hoge kosten voor waterstofprojecten is onzekerheid een grote barrière. Hoe de elektriciteitskosten zich in de toekomst zullen ontwikkelen is onduidelijk. Deze kosten zijn afhankelijk van de commoditykosten (markt) en de transportkosten (regulering). Vooral de transportkosten zijn onderhevig aan veel onzekerheid. De financiering van het net op zee zal waarschijnlijk zorgen voor een toename in transporttarieven van elektriciteit in de toekomst. Naast de elektriciteitskosten is de hoogte van de transporttarieven voor waterstof door HyNetworkServices (HNS) onvoorspelbaar. TNO waarschuwt voor de reële kans dat er te weinig elektrolysercapaciteit wordt gebouwd en de beleidsdoelstellingen niet worden gehaald. Dit kan leiden tot een lage benuttingsgraad van de waterstofbackbone, resulterend in hoge transporttarieven.

Handelingsperspectief

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De hoge kosten voor groene waterstof geven opnieuw het belang aan van blauwe, koolstofarme waterstof voor de korte en middellange termijn. Blauwe waterstof vergt infrastructuur om de afvang, transport en opslag van CO2 (CCS) mogelijk te maken. Dat doet niks af aan het belang van de ontwikkeling van groene, koolstofvrije waterstof. Die ontwikkeling moet ook niet geremd worden. Maar er is tijd nodig voor opschaling en het doorlopen van leercurves om de kosten omlaag te krijgen. Bedrijven hebben die tijd niet om significante verduurzamingsstappen te nemen. Het TNO-rapport maakt wederom duidelijk dat de overheid zorg moet dragen voor doelmatig ondersteunend beleid om investeringen te stimuleren en de Nederlandse industrie handelingsperspectief te bieden. Een gelijktijdige ontwikkeling van zowel groene- als blauwe waterstofproductie draagt daaraan bij in het transitieproces.”