Niet het afschaffen van fossiele subsidies maar effectieve CO2-prikkel cruciaal voor industrietransitie
Effectieve CO2-prikkel vereist een gelijk speelveld en handelingsperspectief
Algemeen directeur Hans Grünfeld heeft de opvatting van VEMW over fossiele subsidies met de vaste Tweede Kamer Commissie EZK gedeeld. De aanpassing van de belastingen en heffingen op het gebruik van fossiele brandstoffen in de industrie kan onder de huidige omstandigheden de voortgang van de energie- en industrietransitie belemmeren. Met als gevolg dat de klimaatdoelstellingen niet gehaald worden. In plaats daarvan zijn consistente lange termijn beleidsmaatregelen nodig die de vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen aanmoedigen door het faciliteren van een optimale CO2-emissiereductie prikkel. Met als doel om een gelijk speelveld te realiseren en een handelingsperspectief te creëren voor de Nederlandse industrie.
Beprijzingsprikkels
In Nederland zijn er directe en indirecte fiscale regelingen die gekoppeld zijn aan het gebruik van fossiele brandstoffen voor de productie van energie of als grondstof. Deze regelingen verlenen de Nederlandse industrie belastingkortingen en uitzonderingen voor specifieke toepassingen van fossiele brandstoffen en degressieve tarieven voor het gebruik van aardgas en elektriciteit. Op Europees niveau krijgen bedrijven die onder het ETS emissiehandelssysteem vallen én efficiënt opereren gratis CO2-rechten. Dankzij deze regelingen kan de Nederlandse industrie energie en grondstoffen gebruiken op een internationaal competitieve manier.
De toepassing van deze regelingen, onder de noemer ‘fossiele subsidies’, hebben invloed op de prijs van CO2-emissies. Een manier om de externe effecten van CO2-uitstoot te internaliseren, zijn het ETS en de nationale belastingen en heffingen. Het verlagen van de nationale belastingen op fossiel en het gratis verstrekken van CO2-rechten wordt nogal eens geïnterpreteerd als een beperking van de prikkel om de CO2-uitstoot te verminderen.
Voorwaarden
Het internaliseren van de negatieve effecten van CO2-uitstoot wordt beschouwd als een doeltreffende en doelmatige manier om de overgang van fossiele naar duurzame energie in de industrie aan te moedigen. Toch moet er speciale aandacht worden besteed aan het voorkomen dat CO2-uitstoot naar elders wordt verplaatst, aangezien andere (ons omringende) landen geen of een kleinere prikkel hebben om de uitstoot te verminderen. Daarom moet er een gelijk speelveld worden gecreëerd en moeten de nodige duurzame alternatieven, zoals koolstofarme- en koolstofvrije hernieuwbare waterstof en elektriciteit, worden geboden aan bedrijven die onderhevig zijn aan de CO2-reductieprikkel. Zo wordt niet alleen de interne CO2-uitstoot verminderd, maar wordt ook voorkomen dat de uitstoot naar elders wordt verplaatst, en blijven de mondiale emissiereductiedoelen ondersteund.
Handelingsperspectief
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De noodzaak van CO2-beprijzing staat voor ons niet ter discussie. Het afschaffen van fossiele subsidies moet zorgvuldig gebeuren, rekening houdend met de harmonisatie van internationaal beleid en de beschikbaarheid van doeltreffende en doelmatige opties voor CO2-reductie om de industrie bruikbare opties te bieden. Met een handelingsperspectief dat investeringen die cruciaal zijn voor de toekomst van Nederland worden bevorderd. Investeringen die tegelijkertijd bijdragen aan ons toekomstig duurzaam verdienvermogen én het verminderen van de CO2-uitstoot."