April was een goede maand voor duurzame elektriciteit. Het aandeel groeide naar ruim 72 procent (april 2023: 52 procent). Ook de gehele energieproductie werd groener. De hernieuwbare bronnen leverden bijna een kwart meer dan april vorig jaar. Dit blijkt uit maandcijfers van Energieopwek.nl.
De totale productie van hernieuwbare energie groeide in april met bijna een kwart. In de maandproductie leverde wind met 37 procent het grootste deel, gevolgd door zon (27 procent) en biomassa (24 procent). Met deze sprong in productie komen de doelen uit het Klimaatakkoord steeds meer in zicht. Daarin werd afgesproken dat in 2030 gemiddeld 70 procent van de elektriciteit hernieuwbaar moet zijn. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat er vanuit dat 85 procent haalbaar is. PBL berekent dat het aandeel elektriciteit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale energiegebruik.
De groei van de groene elektriciteit kreeg vooral een impuls door wind op zee. De molens van de parken Hollande Kust Zuid en Crosswind zijn bijna allemaal operationeel. Die forse productie drukte de prijzen. April 2024 telde 62 uur met een negatieve stroomprijs. Nog eens 27 uur lag de prijs tussen de 0 en 1 euro/MWh. De gemiddelde elektriciteitsprijs op de groothandelsmarkt (day-ahead, excl. BTW en belastingen) lag in april rond de 60 euro/MWh. De productie uit zonnepanelen lag zo’n 20 procent hoger, gelijklopend met de groei van het aantal geïnstalleerde panelen. Volgens het KNMI waren er in april 168 zonuren, waar dat er normaal 196 zijn.
Bron: energieopwek.nl