Raad van State zet vraagtekens bij publiek meerderheidsbelang collectieve warmtevoorziening
Tevens kritiek op betaalbaarheid van kostengebaseerde warmtetarieven
De Raad van State zet vraagtekens bij de noodzaak en effectiviteit van een publiek meerderheidsbelang in collectieve warmtevoorzieningen. Bovendien is niet duidelijk genoeg hoe het wetsvoorstel collectieve warmte bijdraagt aan maatschappelijk aanvaardbare warmtetarieven en de uitstoot van broeikasgasemissies. Dat staat in een advies van de Afdeling advisering over het wetsvoorstel dat gisteren is gepubliceerd.
Warmtetransitie
Om de klimaatdoelstellingen te halen, moet de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving worden verduurzaamd. Collectieve warmtevoorzieningen maken daar deel van uit. Die transitie is complex, en komt volgens het kabinet niet snel genoeg op stoom met een huidig aansluitpercentage van ruim 6 procent. In 2030 zouden 0,5 mln aansluitingen op warmtenetten gerealiseerd moeten zijn, oplopend tot ruim 2,5 mln aansluitingen in 2050.
Wetsvoorstel
De regering wil met het wetsvoorstel collectieve warmte de transitie naar duurzame warmte mogelijk maken. Omdat de huidige Warmtewet daar onvoldoende bij aansluit, wil de regering deze vervangen door dit wetsvoorstel. Dat bevat regels en bevoegdheden die publieke regie op de warmtetransitie mogelijk maken, zodat gemeenten grip hebben op waar, wanneer en onder welke voorwaarden collectieve warmtevoorzieningen gerealiseerd kunnen worden. Ook wijzigt het wetsvoorstel het reguleren van de tarieven voor collectieve warmte. Op dit moment zijn de warmtetarieven gebaseerd op de gasreferentieprijs (nmda: het ‘niet-meer-dan-anders’ principe). Dat wordt vervangen door een systeem waarbij tarieven zijn gebaseerd op de redelijkerwijs gemaakte kosten.
Vraagtekens
Volgens het wetsvoorstel moeten gemeenten de regie krijgen over waar, wanneer en onder welke voorwaarden collectieve warmtevoorzieningen gerealiseerd worden. Met een verplicht publiek meerderheidsbelang in collectieve warmtevoorzieningen. De Afdeling advisering van de Raad van State begrijpt de wens van het kabinet, maar stelt vraagtekens bij de noodzaak en effectiviteit van de beoogde maatregel. Bovendien is niet duidelijk genoeg hoe het wetsvoorstel bijdraagt aan maatschappelijk aanvaardbare warmtetarieven, en welke keuzes worden gemaakt voor de toegestane uitstoot van broeikasgassen door collectieve warmtevoorzieningen.
Verplicht publiek meerderheidsbelang
De Afdeling advisering RvS stelt dat de eis dat in warmtebedrijven een of meer publieke partijen samen een meerderheidsbelang moeten hebben bovenop andere mogelijkheden komt, die overheden krijgen om regie te voeren. De Afdeling vindt dat in het licht van het Europese recht beter moet worden toegelicht waarom dit nodig is. Ook moet de regering de effectiviteit van het vereiste van het publieke meerderheidsbelang op een aantal punten beter toelichten. Bijvoorbeeld de wijze waarop met een publiek meerderheidsbelang bepaalde financiële risico’s beter kunnen worden beheerst.
Betaalbaarheid
De nieuwe tariefregulering zou burgers die warmte verbruiken de zekerheid moeten bieden dat zij niet méér betalen dan de redelijkerwijs gemaakte kosten voor warmte. Maar niet te veel betalen is niet hetzelfde als betaalbaarheid. De Afdeling adviseert de regering om in de toelichting bij het wetsvoorstel meer aandacht te besteden aan de wijze waarop het voorstel bijdraagt aan maatschappelijk aanvaardbare tarieven voor toekomstige en bestaande warmteverbruikers. Tot slot wordt aandacht gevraagd voor het zogenoemde doenvermogen van woningeigenaren die willen worden aangesloten op een collectieve warmtevoorziening.
Marktfalen?
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “met het wetsvoorstel wil de minister voor Klimaat en Energie de regie voor collectieve warmtevoorzieningen bij de lagere overheden leggen. De gedachte daarbij is dat er sprake is van marktfalen, en dan moet de overheid ingrijpen om de realisatie van klimaatdoelstellingen veilig te stellen. De vooronderstelling daarbij is dat de overheid vanuit het publieke belang de juiste keuzes maakt en niet kan falen. Dat is niet alleen onjuist – kijk naar de vele parlementaire enquêtes - maar gaat ook voorbij aan de kern van het probleem: de complexiteit. Dat geldt overigens niet alleen de warmte-uitkoppeling en -voorziening maar ook de groen gas markt. Wij adviseren de minister dan ook nog eens goed te kijken naar de kritische factoren die de gewenste ontwikkeling hinderen en hoe deze doeltreffend en doelmatig aangepakt kunnen worden.”
Bron: Raad van State, 22 april 2024