Minister K&E publiceert 2024 openstellingsronde voor de SDE++
Drietal nieuwe categorieën voor elektrificatie industrie
De minister voor Klimaat en Energie heeft de Tweede Kamer een brief gezonden m.b.t. de openstellingsronde 2024 voor het subsidie-instrument SDE++. Het budget is verhoogd van 8 naar 11,5 mrd euro. En er is een drietal nieuwe categorieën voor de elektrificatie van de industriële warmtevraag opgenomen.
Openstellingsronde
Het subsidie-instrument SDE++ levert een belangrijke bijdrage aan het kosteneffectief realiseren van het streven van het kabinet naar ten minste 55 procent CO2-reductie in 2030 ten opzichte van 1990. Het openstellingsbudget voor de komende 2024 openstellingsronde (10 sep – 10 okt) is 11,5 mrd euro. Er zullen 5 fasegrenzen zijn met subsidie-intensiteiten die oplopen van 75 tot 400 euro/ton CO2. Met het hogere budget (2023: 8 mrd euro) beoogt het kabinet de nodige extra impuls te geven aan de energietransitie zonder dat dit ten koste gaat van de kosteneffectiviteit van de regeling.
Hekjes
Voor de SDE++-ronde van 2024 stelt EZK hogere hekjes voor van 1 mrd euro (2023: 750 mln euro) voor de domeinen lage temperatuur warmte, hoge temperatuur warmte en moleculen. Door meer budget voor technieken in deze domeinen te reserveren, wordt op een meer gebalanceerde manier gestuurd op de ontwikkeling van de verschillende energieketens uit het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE), die allen van belang zijn voor de energietransitie.
Industrie
De basis voor de komende openstellingsronde voor de SDE++ wordt gevormd door de categorieën die ook al in 2023 voor subsidie in aanmerking kwamen, zoals e-boilers, warmtepompen, restwarmte, waterstof, geavanceerde hernieuwbare brandstoffen, CCS en CCU. Voor de elektrificatie van de warmtebehoefte in de industrie worden drie extra categorieën geïntroduceerd, waarbij aangetekend dat de Raad van State nog een advies gaat geven alvorens de regeling definitief kan worden opengesteld. Procesgeïntegreerde warmtepompen leveren een bijdrage aan de emissiereductie, maar gaan ook doelmatiger om met de elektriciteit die erin gestopt wordt (COP van minimaal 3,5). Door de procesintegratie wordt een hogere COP bereikt dan met een installatie die als utility ‘stand alone’ staat. De methodiek moet nog wel verder uitgewerkt worden door PBL en EZK. Een belangrijke toevoeging is ook de hoge temperatuur thermische opslag, omdat daarmee onnodig energieverlies wordt voorkomen bij een productiestoring of productwisseling. Ook deze optie leidt tot een doelmatiger gebruik van elektrische energie en kan een bijdrage leveren aan het voorkómen van netcongestie. Tot slot is er een categorie opengesteld voor waterstofproductie d.m.v. elektrolyse met een koppeling aan een Power Purchase Agreement (PPA) voor de voeding (groene elektriciteit).
Bron: ministerie van EZK