Rapport biedt kritische blik op fiscaal klimaatbeleid
VEMW: zaak om uitfasering fossiele ondersteuning verstandig uit te voeren
Het rapport ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel’ dat demissionair staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst maandag overhandigde aan het Parlement zet kritische kanttekeningen bij het afbouwen en afschaffen van verschillende belastingvoordelen voor bedrijven. Dit laatste gebeurde onder maatschappelijke druk t.a.v. het gebruik van fossiele energie en grondstoffen die leidt tot CO2-uitstoot in Nederland. VEMW ondersteunt de duidelijke uiteenzetting van een verstandige en realiseerbare modus operandi voor de uitfasering van “fossiele subsidies”.
Energie- en grondstoffentransitie
De klimaatproblematiek heeft geleid tot een Europees en Nederlands klimaatbeleid met duidelijke doelstellingen voor de reductie van de CO2-uitstoot. Een doelstelling en opgave waar VEMW achter staat. De industrie is zeker sinds het opstellen van het klimaatakkoord (2019) bezig met het onderzoeken en uitvoeren van maatregelen gericht op energiebesparing, hernieuwbare energie (elektriciteit, waterstof, groen gas) en koolstofopslag (CCS) en -hergebruik (CCU). Cruciaal bij de uitvoering is het handelingsperspectief van bedrijven. Er moet rekening gehouden worden met klimaat- en milieueffecten, de beschikbaarheid van infrastructuur en koolstofarme moleculen en elektronen, het weglekrisico, invloed op de keten in Nederland, en invloed op de Nederlandse concurrentiepositie (gelijk speelveld). Een rigoureuze afbouw van fiscale regelingen draagt daar zeker niet aan bij en is zelfs risicovol voor de energievoorziening en de Nederlandse economie en welvaart.
Methodiek
Het meest wenselijke beleid is uiteindelijk een beleid dat zo direct en doelmatig mogelijk de energietransitie bevordert. De onderzoekers benoemen twee verschillende manieren om het vraagstuk aan te pakken: de inventarisatiemethode en de externe kostenbenadering. De inventarisatiemethode kijkt “welke subsidie-uitgaven en fiscale regelingen […] met betrekking tot (indirect) fossiel verbruik er zijn” en het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren. De externe kostenbenadering, oftewel de methode die het Cultureel Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toepassen, stelt vast welke fossiele subsidies de energietransitie belemmeren, en houdt - in tegenstelling tot de inventarisatiemethode - wel rekening met andere - non-fiscale - fossiele beprijzingen zoals het EU-ETS. De doelmatigheid van de externe kostenbenadering lijkt groter omdat de prioriteit ligt bij het afschaffen van belastingvoordelen teneinde CO2 uitstoot te verminderen, in plaats van het afschaffen van fossiele subsidies als doel. Zoals gesteld in het rapport: “De afbouw van fossiele regelingen moet zorgvuldig worden gewogen en geen doel op zich zelf zijn.”
Gelijk speelveld
Het rapport geeft nog een belangrijke beleidsaanbeveling met een verhelderend inzicht. De onderzoekers pleiten voor het uitfaseren van fossiele subsidies in internationaal verband. Dit is economisch van groot belang om te komen tot doelmatige maatregelen op basis van een gelijk speelveld. De afschaffing van de zogenaamde volumecorrectieregeling en de indirecte kostencompensatie om dubbele beprijzing op uitstoot te voorkomen zijn voorbeelden waar het gelijke speelveld wordt verstoord: Nederland voert deze afschaffing in, waar de ons omringende landen dat niet doen. Met het unilateraal afschaffen wordt de klimaatplank misgeslagen wanneer (delen van) het productieproces en de bijbehorende uitstoot verplaatst wordt naar het buitenland waar de kosten dan lager zijn.
Belang
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Nederlandse bedrijven voelen de prikkel om te verduurzamen, maar lopen tegen verschillende fysieke barrières aan zoals het gebrek aan CO2-neutrale waterstof of het krijgen van een additionele of zwaardere aansluiting voor elektrificatie. Het ontbreekt Nederlandse bedrijven dikwijls aan handelingsperspectief. Tegelijkertijd ondergaan zij een opwaartse kostendruk door fiscale maatregelen, uitstootbeprijzing en sterk stijgende nettarieven. VEMW voelt zich gesteund door de nuance die het rapport aanbrengt in de discussie. En dat is niet alleen van belang voor de bedrijven, maar ook voor de betrouwbaarheid van de energievoorziening en de effectieve bestrijding van klimaatverandering.”