Realisatie verduurzamingsprojecten wordt uitdagender
Inzet op doelmatiger benutting stimuleringsinstrumenten
De realisatie van verduurzamingsprojecten wordt uitdagender. Niet alleen om door het woud van instrumenten en regels je weg te vinden, maar ook door toenemende onzekerheden: netcongestie, intermitterend aanbod, en sterk stijgende en volatiele energiekosten en -tarieven. Dat beeld liep gisteren als een rode draad door de PVI Inspiratietour over 'Duurzame financiering'.
Van projectidee naar financieringsplan
Om een verduurzamingsproject ook gerealiseerd te krijgen is veel tijd, geld en inspanning nodig. Subsidies en andere - fiscale - stimuleringsinstrumenten kunnen bedrijven helpen de business case rond te krijgen. Essentieel voor het slagen van een project blijken in veel gevallen de timing, de tijd voorinvestering, ervaring met stimuleringsinstrumenten en het kennisniveau van de projectleiders. Wie wil verduurzamen moet in ieder geval weten wat er nodig is om een projectidee voldoende concreet uit te werken. Ook bijvoorbeeld om het te kunnen beoordelen op haalbaarheid, solide onderbouwing en dergelijke. Maar je moet ook weten welke van de vele beschikbare financiële instrumenten het beste bij je projectidee past en bij de fase waarin het verkeert. Projecten in de onderzoeksfase van innovatietrajecten kunnen namelijk van andere subsidies gebruik maken dan in de ontwikkelings- en implementatiefase. RVO werkt hard aan het vergroten van de toegankelijkheid van de verschillende regelingen. En zet daarbij in op het méér regelen met mínder regels.
Trends
Toewijzing van een subsidie kan erg belangrijk zijn voor het wel of niet realiseren van een project, maar het is niet de enige succesfactor, en een volwassen en uitgewerkt project blijft ook op zichzelf overeind staan. Bij veel elektrificatie- en waterstofprojecten spelen de energiekosten en de transporttarieven voor het gebruik van de openbare netten een toenemende rol. Zeker de double-digit stijging van die tarieven (TenneT, 2024) en de onzekerheid t.a.v. de ontwikkelingen en impact die dit heeft op de businesscase van een project. Projecten worden immers vaak rondgerekend en contractueel afgedekt met een looptijd van 15 jaar. Die looptijd is niet alleen gangbaar, maar ook in lijn met financieringsinstrumenten zoals de SDE++. En niet elk ondersteuningsinstrument beweegt in dezelfde mate mee met de prijs- en kostenschommelingen.
Bij elektrificatieprojecten moet steeds meer rekening worden gehouden met netcongestie: filevorming op de elektriciteitsnetten. Wanneer een industriële warmtevraag door elektrificatie (e-boiler, warmtepomp) wordt verduurzaamd, is bijna altijd een verzwaring van de elektriciteitsaansluiting nodig. Bedrijven die hierbij voorop lopen, overwegen om in hun installaties - meer - flexibiliteit in te bouwen. Zo kunnen ze de energievraag beter afstemmen op het wisselend aanbod en de fluctuaties in de commodityprijzen op enig uur. De bulk van de flexibiliteit in de energievoorziening moet uiteraard uit die voorziening zelf komen (liefst dicht bij de productie). Maar wanneer een eindgebruiker niet ook zelf investeert in flexibiliteit, bijvoorbeeld in een warmtebuffer en/of flexibele transportcapaciteitscontracten, dan zou hij wel eens kunnen worden getrakteerd op forse kostenstijgingen. Die deels te vermijden zijn. Het is verstandig hier al aandacht aan te besteden in de projectidee-fase.
Informatie
Mocht u de on-line bijeenkomst over Duurzame financiering hebben gemist, dan kunt u informatie t.a.v. de bijdragen van RVO (Frank Huis in 't Veld), EGEN (Niels Schoorlemmer) en ENECO (Stephen Adamas-Reynolds) hier terugvinden vanaf 12 februari. Op de site van het Platform Verduurzaming Industrie (PVI) vindt u ook informatie over de volgende bijeenkomsten (fysiek en on-line).