Non-firm ATO’s een feit
ACM maakt het mogelijk voor netbeheerders om non-firm aansluit- en transportovereenkomsten (ATO) aan te bieden.
Met de publicatie van het codebesluit non-firm ATO op 31 januari 2024 maakt de ACM het mogelijk voor netbeheerders om in congestiegebieden contracten tegen een korting aan te bieden zonder een vast transportrecht. De non-firm ATO geeft aangeslotenen een transportrecht dat in theorie het gehele jaar 100% beperkt kan worden. Dit houdt in dat een netbeheerder in een congestiegebied met een non-firm ATO toch kan aansluiten of aansluitingen kan verzwaren doordat de aangeslotene zijn vaste transportrecht (deels) opgeeft. Hiervoor krijgt de aangeslotene een korting op de nettarieven. Wanneer in het desbetreffende congestiegebied fysieke congestie dreigt kan de netbeheerder de toegewezen capaciteit beperken om de daadwerkelijke congestie te vermijden. Vanaf 1 februari hebben netbeheerders de mogelijkheid om deze contracten aan te bieden, na 12 maanden zijn de netbeheerders dit verplicht. Deze non-firm ATO kan ook gecontracteerd worden in combinatie met een vast transportrecht. Dit geeft een aangeslotene toch een deel zekerheid. Een aangeslotene heeft te allen tijde zelf de keus tussen een ‘normaal’ transportrecht of een non-firm ATO.
Inbreng VEMW
Op het initiële ontwerpbesluit heeft VEMW een zienswijze ingediend. In deze zienswijze werden een aantal problemen aangekaart. Op n punt gaat de ACM (deels) mee met VEMW. VEMW zag een probleem in het feit dat de wijze voor het vaststellen van een eventuele boete voor het niet afschakelen wanneer een beperking opgelegd wordt in de overeenkomst opgenomen moet worden, zonder dat hiervoor richtlijnen opgenomen zijn. VEMW had graag een standaardwijze gezien waarop een boete vastgesteld kan worden. De ACM heeft besloten om geen standaardwijze op te nemen omdat de ernst van de gevolgen van het niet nakomen van een beperking sterk kan variëren. Wel heeft de ACM gewijzigd dat de netbeheerder niet een boete op kan leggen in combinatie met het opleggen van een technische voorziening die de netbeheerder in staat stelt het verbruik van de aangeslotene op afstand aan te passen. In het definitieve besluit staat vast dat de aangeslotene mag kiezen tussen het betalen van de boete of het treffen van een technische maatregel.
Daarnaast stond in het ontwerpbesluit dat in de overeenkomst opgenomen moest worden onder welke voorwaarden de non-firm ATO omgezet kon worden in een ‘firm’ of vaste ATO. VEMW was van mening dat dit aangeslotenen in hun rechtspositie aantastte. De ACM was het hiermee eens en bevestigt dat een aangeslotene te allen tijde het recht heeft om een vast transportrecht aan te vragen. Deze bepaling is dan ook aangepast.
De ACM heeft besloten om geen gehoor te geven aan de oproep van VEMW om standaardcontracten of standaardvoorwaarden op te nemen waar een aangeslotene op terug kan vallen wanneer netbeheerder en aangeslotene het niet eens worden over afwijkende voorwaarden. Daarnaast vroeg VEMW om de mogelijkheid om op verzoek van de aangeslotene van de dagvooruit aankondiging af te wijken en de aangeslotene gebruik te laten maken van de zogenoemde ‘vluchtstrook’. De ACM ziet dit als een te grote operationele opgave voor de netbeheerders op dit moment en wijst dit daarom af.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Alternatieve transportrechten zijn een welkome aanvulling op het bestaande transportrecht. Het stelt de netbeheerder in staat transportcapaciteit aan te bieden in een congestiegebied en het stelt aangeslotenen in staat hun flexibele capaciteit in dienst van het net te stellen. Hoewel deze contractvorm de deur opent voor andere contractvormen zal het effect van de huidige non-firm ATO beperkt zijn aangezien het slechts te contracteren is in een congestiegebied en om een transportrecht gaat dat elke dag 100% beperkt zou kunnen worden. De tijdsblokgebonden en tijdsduurgebonden ATO’s die recentelijk door de netbeheerders aan de ACM zijn voorgelegd zijn voor de meeste aangeslotenen een veel werkbaardere oplossing.”
Grünfeld vervolgt: “Het is jammer dat de ACM onze oproep tot het opnemen van standaardvoorwaarden niet aanhoort. Het opnemen van standaardvoorwaarden zorgt ervoor dat een aangeslotene een onderhandelingspositie heeft wanneer met de netbeheerder over afwijkende voorwaarden gesproken wordt. In de huidige vorm is de onderhandelingspositie van aangeslotenen nihil, omdat nergens op teruggevallen kan worden. Dit is ook het geval met de wijze waarop een eventuele boete wordt vastgesteld. Het is fijn dat een aangeslotene nu de keuze heeft tussen een boete en een technische maatregel, maar bij overleg over de voorwaarden is de aangeslotene overgeleverd aan de netbeheerder. De ACM hamert op het feit dat een netbeheerder redelijk, objectief en non-discriminatoir dient te handelen, wij verwachten dan ook dat de ACM hier streng op handhaaft.”