Politiek draagvlak voor industrie om nieuwe stappen te zetten!
Industrie als transitie vliegwiel vereist beleidszekerheid en gelijk speelveld
In de komende regeerperiode moet aandacht besteed worden aan alle verstandige verduurzamingsopties met een grote inzet op de eigen opwek- en distributiemogelijkheden. En een inzet op het stimuleren van investeringsbeslissingen om de klimaatdoelen voor 2030 te realiseren. Voor de industrie gaat het hierbij onder meer om cruciale besluiten over CCS, elektrificatie en groene waterstof. Om deze investeringen ook daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen is het noodzakelijk dat Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats voor duurzame industriële activiteiten is. Dat is de hoofdboodschap tijdens ‘Hét groene energie- en industrie verkiezingsdebat’, georganiseerd door VEMOBIN, NVDE en VEMW met een zestal kandidaat kamerleden van VVD, NSC, GroenLinks/PvdA, CDA, CU en D66 gisteren in Den Haag. Zij steken de hand uit naar de industrie: zónder industrie gaan we de transitie niet realiseren!
Vanzelfsprekendheid?
De transitie van de industrie is van groot maatschappelijk belang voor Nederland. Het vormt niet alleen de basis voor ons toekomstig verdienvermogen, maar fungeert ook als vliegwiel voor de verduurzaming van onze samenleving en het geeft de broodnodige zekerheid voor investeringen in de energietransitie.
De realisatie van dit perspectiefrijke vooruitzicht is echter geen vanzelfsprekendheid. Veel van de noodzakelijke investeringen van bedrijven – waarvan de besluitnemers in belangrijke mate niét in Nederland zijn gevestigd - dreigen aan Nederland voorbij te gaan omdat er geen sprake is van een gelijk speelveld met de ons omringende landen. De stapeling van hogere netwerkkosten en energiebelastingen, en het afschaffen van compensatie voor hoge elektriciteitsprijzen a.g.v. ETS (indirecte kostencompensatie) maken investeringen in Nederland onaantrekkelijk t.o.v. onze buur- en andere EU-landen. En, duurzame alternatieven voor fossiel energiegebruik zijn niet of nog niet voldoende beschikbaar. Gebruikers van CCS zijn overgeleverd aan één consortium en hebben geen onderhandelingspositie. Investeerders in groene waterstof krijgen hun business cases niet sluitend. En last-but-not-least is er veelal geen capaciteit op het elektriciteitsnet beschikbaar voor bedrijven die willen elektrificeren met ondermeer e-boilers en warmtepompen.
Oproep
In het debat stond de oproep aan partijen centraal om zich nu duidelijk uit te spreken voor een toekomst van de industrie in Nederland. Wil Nederland een aantrekkelijke vestigingsplaats zijn voor investeringen in duurzame industriële activiteiten, dan is het noodzakelijk dat het volgende kabinet een aantal maatregelen neemt.
Momenteel rijzen de kosten voor gebruikmaking van de elektriciteitsnetwerken al de pan uit, en dan moeten de grote investeringen nog gedaan worden. Het behapbaar houden van de kosten voor netgebruikers is essentieel. Dit zou kunnen door de kosten deels te financieren buiten de nettarieven om, bijvoorbeeld uit de algemene middelen zoals eerder al gedaan is bij de ontwikkeling van de netten op zee.
Voor bedrijven met hoge elektriciteitskosten a.g.v. het Europese CO2-emissiehandelssysteem is een voortzetting van de indirecte kostencompensatie op een niveau van de ons omringende landen van groot belang.
Aan de politiek gewenste verhoging van energiebelastingen en andere heffingen moet de voorwaarde gekoppeld worden dat bedrijven ook daadwerkelijke CO2-reductie mogelijkheden hebben en krijgen, immers, anders worden ze geprikkeld (belast) zonder een perspectief om op de prikkel te handelen (investeringen, kostenreductie).
Tot slot is het belangrijk om op korte termijn een marktontwerp voor CCS in te voeren, dat gebruikers transparantie, keuzemogelijkheden en bescherming gaat bieden tegen excessieve kosten. Juist op korte termijn, omdat in deze fase van de transitie CCS een van de weinige concrete en doelmatige mogelijkheden is om de CO2-emissies te reduceren en de 2030-klimaatdoelstellingen te realiseren.
Draagvlak
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “ik ben blij met de erkenning van de aanwezige kandidaat Kamerleden van de rol die de industrie speelt in de energietransitie en de realisatie van de klimaatdoelen. Aan het debat houd ik over dat de deur open staat en dat zich ook aftekent waar we gezamenlijk heengaan. En dat is belangrijk in deze – politiek en maatschappelijk – onzekere tijden waarbij de 2030 klimaatdoelen snel dichterbij komen, geld niet meer gratis is, de economie het zwaar heeft en de geopolitieke spanningen toenemen. Maar ook tijden waarin met een nieuw parlement en kabinet na de verkiezingen volop kansen verzilverd kunnen worden. Wij zien er naar uit om met beide samen te werken.”
Enkele citaten
Boswijk (CDA): “wij willen er alles aan doen om te zorgen dat de industrie kan concurreren."
Hertzberger (NSC): "we vinden het belangrijk om een groot deel van de maakindustrie hier te houden.”
Thijssen (GroenLinks/PvdA): “we willen er voor zorgen dat de Nederlandse industrie in Nederland verduurzaamt en deze niet over de grens duwen.”
Grinwis (CU): “geld is niet het probleem, de transitie gaat om uitvoeringstempo en de inzet van mensen die het goed kunnen.”
Erkens (VVD): “wanneer bedrijven willen verduurzamen maar niet kunnen moet er een hardheidsclausule komen waardoor je een heffing tijdelijk niet hoeft te betalen.”
Van Ginneken (D66): “wij willen een gelijk speelveld in Europa voor een duurzame, circulaire economie.”
Grinwis (CU): “combineer maximale ambitie met maximaal verstand om de transitie te versnellen maar niet bedrijven over de kling te jagen.”
Erkens (VVD): “bij elektrificatie meer positieve prikkels voor bedrijven door flexibiliteit te belonen in plaats van bestraffen.”
Luister en kijk hier het debat terug https://vimeo.com/event/3875674/embed.
Bron: VEMW, 15 november 2023