De huidige aanpak op het gebied van waterveiligheid volstaat waarschijnlijk nog decennialang om droge voeten te houden, ook als de zeespiegel tot wel 3 meter stijgt. Een acuter probleem dat het oprukkende zeewater veroorzaakt, in combinatie met warmer en droger weer, is dat zoet water schaarser wordt. Dat is te lezen in een tussenrapport van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat minister Mark Harbers naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin is in kaart gebracht welke problemen de stijgende zeespiegel met zich meebrengt, welke technische oplossingen op termijn mogelijk zijn en welke keuzes daarvoor nu al nodig zijn.
Nederland veilig houden tegen zeewater
De zeespiegel zal de komende decennia als gevolg van klimaatverandering stijgen. De noodzaak om daarop in te spelen is groot. Technisch is het mogelijk om met de huidige kennis en ervaring keringen en zandsuppleties te ontwerpen die een zeespiegelstijging van drie meter kunnen weerstaan. Voorwaarde is wel dat er voldoende materialen beschikbaar blijven (met name zand en klei). Verder zijn er ruimtelijke uitdagingen die de opgave ingewikkeld maken. Als een dijk wordt verhoogd, moet deze ook worden verbreed om hem stevig genoeg te houden. Daar moet wel ruimte voor zijn.
Omgaan met zouter water
Een ander gevolg van de zeespiegelstijging is dat de zoetwatervoorziening in het geding komt. De beschikbaarheid van zoetwater loopt nu in perioden van grote droogte al tegen z'n grenzen aan. Naarmate de zeespiegel verder stijgt, groeit het tekort aan zoetwater om die verzilting te bestrijden. Volgens de onderzoekers zal Nederland dan het gebruik van zoetwater moeten verminderen 'en op sommige plaatsen het landgebruik en/of de bedrijfsvoering aanpassen aan de verzilting'.
Verre toekomst
Bij een doorgaande zeespiegelstijging komen voor de hele lange termijn ook andere oplossingen in beeld. Het gaat dan bijvoorbeeld over het afsluiten van riviermondingen, of meebewegen met de zeespiegel en de bouwwijze daarop aanpassen. Het is nu nog niet nodig om daarin een keuze te maken, maar het is wel belangrijk te onderzoeken of dit technisch haalbaar is, hoe effectief dit is, hoe veel dit gaat kosten, en wanneer we die keuze wél moeten maken.
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat