ACM adviseert over wetsvoorstel Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW)
VEMW zal invulling van aanbevelingen in regels monitoren
De ACM heeft als beoogd toezichthouder beoordeeld of het wetsvoorstel Collectieve Warmtevoorziening (WCW) in de praktijk uitvoerbaar is. Volgens de ACM kan de wet bijdragen aan de consumentenbescherming en de energietransitie, mits een aantal belangrijke onderdelen zoals de tariefregulering, leveringszekerheid en de toetsing van nieuwe warmtebedrijven wordt aangepast om de uitvoerbaarheid te verbeteren.
Doel wetsvoorstel
De Wet Collectieve Warmte (WCW) moet de vigerende Warmtewet gaan vervangen. Doel van de nieuwe wet is volgens het ministerie van EZK om de ontwikkeling van nieuwe warmtenetten te vergemakkelijken en zo de energietransitie te bevorderen. De ACM spreekt de hoop uit dat het wetgevingsproces na de opgelopen vertragingen nu zo snel mogelijk doorlopen wordt. In het belang van zowel warmtebedrijven en investeerders als de verbruikers van warmte. De investeringsbereidheid van warmtebedrijven, publieke partijen en private investeerders valt of staat met het zo snel mogelijk verschaffen van duidelijkheid over nieuwe regels die voor hen gaan gelden.
Bescherming consument
De nieuwe wet biedt volgens de ACM een betere bescherming voor warmteverbruikers, bevat verbeteringen op het gebied van storingen in de warmtelevering en schept duidelijkheid over de regels die gelden. Daarnaast zorgt het wetsvoorstel ervoor dat maximale warmtetarieven niet langer op de gasprijs worden gebaseerd (het 'niet-meer-dan-anders' principe, nmda), maar op de daadwerkelijke kosten die warmteleveranciers maken. Omdat de wet beoogt de ontwikkelingen van nieuwe warmtenetten te versnellen is het eens te meer belangrijk dat consumenten kunnen vertrouwen op de dienstverlening van hun warmteleverancier, én dat de tarieven logisch voortvloeien uit de doelmatige kosten die het warmtebedrijf moet maken.
Aanbevelingen
Op basis van de uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets (UHT) die ACM heeft uitgevoerd, concludeert zij dat het wetsvoorstel uitvoerbaar en handhaafbaar is indien de wet op een aantal belangrijke onderdelen wordt aangepast. Zo vindt ACM het een goede zaak dat de maximumtarieven voor het transport en de levering van warmte niet langer worden gebaseerd op het nmda-principe, maar op de daadwerkelijke kosten die warmteleveranciers maken. Om de warmtegebruikers bij deze kostengebaseerde systematiek te beschermen tegen extreem hoge tarieven adviseert ACM de wetgever daarvoor aanvullende maatregelen te nemen.
Daarnaast moet een Besluit leveringszekerheid warmte er voor zorgen dat warmteverbruikers altijd en onder alle omstandigheden warmte geleverd krijgen. Consumenten moeten net als bij de elektriciteits- en gasvoorziening beschermd worden tegen de gevolgen van een (bijna) faillisement van een warmtebedrijf. Immers, dat warmtebedrijf is een monopolistische entiteit in het haar toegewezen warmtevoorzieningsgebied.
Net als bij de elektriciteits- en gasvoorziening moet de ACM ook alle warmtebedrijven kunnen toetsen voordat zij actief worden als warmtebedrijf. Uit oogpunt van consumentenbescherming moet voorkomen worden dat warmtebedrijven die hun bedrijfsvoering niet op orde hebben actief worden. Het huidige wetsvoorstel bevat alleen een dergelijke toets voor grote warmtebedrijven. De ACM adviseert de mogelijkheid op te nemen om ook aanbieders met kleine warmtenetten vooraf te laten toetsen door de ACM.
Uitvoering
VEMW zal monitoren wat er met de aanbevelingen van ACM gebeurt bij het aanpassen van het wetsvoorstel. VEMW is ook betrokken bij de invulling van de onderliggende regels, zoals het invullen van grondslagen voor een ophaalrecht van restwarmte bij industriële bedrijven en elektriciteitsproducenten. Net als voor de wet zelf is de uitvoering van die regels van cruciaal belang, zowel uit oogpunt van verduurzamingsdoelstellingen, de betrouwbaarheid van de voorziening en de betaalbaarheid van maatregelen.