Terug naar nieuws

Kosten verwijdering gasaansluiting mogen niet zomaar doorbelast worden

Rechter beschermt gasverbruikers en bevestigt onafhankelijke positie toezichthouder

Gassen Wet- en regelgeving, Prijzen en tarieven, Aansluiting20 juni 2023Jacques van de Worp

Toezichthouder ACM heeft zich bij het nemen van het wijzigingsbesluit Tarievencode Gas over de verrekening van kosten voor de verwijdering van een gasaansluiting ten onrechte gebaseerd op een Ministeriële Regeling. Hierin heeft de minister de wijze opgenomen waarop de ACM bij verwijdering van een gasaansluiting de tariefstructuren moet vormgeven. Uit de Europese Gasrichtlijn volgt echter dat de minister de ACM geen instructie mag geven om bepaalde tariefstructuren te hanteren. De ACM mocht volgens de rechter uitsluitend haar eigen afweging ten grondslag leggen aan het codebesluit. VEMW is verheugd over de uitspraak van de rechter in haar beroep omdat het de gasverbruikers beschermt tegen het toekennen van allerlei kosten aan - en daarmee vervuiling van - de tarieven die zij moeten betalen.

Verwijderen gasaansluiting

De ACM heeft op 25 februari 2021 een besluit genomen over het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders om de Tarievencode gas te wijzigen m.b.t. de verdeling van de verwijderkosten van een gasaansluiting voor (individuele) kleinverbruikers. Volgens dat voorstel krijgt een afnemer met een kleinverbruikaansluiting niet langer de kosten in rekening gebracht als deze verzoekt om zijn gasaansluiting te – laten - verwijderen. óór de wijziging gold in de Tarievencode voor het verwijderen van een gasaansluiting een maatwerktarief dat moest worden betaald door degene (de aangeslotene) die de gasaansluiting liet verwijderen. De toezichthouder besloot om in lijn met de op 26 februari 2021 van kracht geworden Ministeriële Regeling (EZK) de afsluitkosten geheel te socialiseren over alle overblijvende gasaangeslotenen. De minister beoogde hiermee om - in lijn met een politieke wil - de lasten te verlagen voor voorlopers in de energietransitie die hun woning gasvrij willen maken.

VEMW is beroep gegaan tegen het ACM besluit omdat het zich niet kan verenigen met de opgenomen kostenverdeling waarbij degene die verzoekt om de aansluiting te - laten - verwijderen niets betaalt, en de kosten worden gesocialiseerd over de overblijvende aangeslotenen, met financiële consequenties voor die aangeslotenen die daar part noch deel aan hebben. 

Uitspraak

Volgens het CBb heeft de ACM zich bij het nemen van het codebesluit ten onrechte gebaseerd op artikel 5b van de Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas. In deze bepaling heeft de minister een regel gesteld voor de wijze waarop de ACM in het geval van verwijdering van een gasaansluiting de tariefstructuren moet vormgeven. Uit artikel 39, vierde lid, van Richtlijn 2009/79/EG (Derde Gasrichtlijn) volgt echter dat de minister de ACM geen instructie mag geven om bepaalde tariefstructuren te hanteren. De lidstaten van de Europese Unie moeten de onafhankelijkheid van de regulerende instantie - in Nederland de ACM - waarborgen en ervoor zorgen dat zij haar bevoegdheid op onpartijdige en transparante wijze uitoefent. Gelet hierop had de ACM artikel 5b van de regeling buiten toepassing moeten laten en mocht de ACM uitsluitend haar eigen afweging ten grondslag leggen aan het codebesluit. Dat heeft de ACM echter niet gedaan. Het codebesluit kan daarom volgens de rechter niet in stand blijven. 

Belang

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: "VEMW is verheugd over de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). De rechter stelt namelijk dat de kosten voor de verwijdering van een gasaansluiting niet gesocialiseerd mogen worden over alle overblijvende aangeslotenen. Die aangeslotenen hebben geen enkele verbinding met de kosten die hen zo via aansluittarieven in rekening gebracht worden (principe van kostenoriëntatie) en kunnen deze kosten ook niet beïnvloeden (prikkel uit het reguleringssysteem). De gasverbruikers worden met de uitspraak beschermd tegen het lukraak toekennen van allerlei kosten en een vervuiling van de tarieven die zij in rekening gebracht krijgen. Met de uitspraak dat de minister de ACM geen instructie mag geven om bepaalde tariefstructuren te hanteren wordt de onafhankelijke positie van de toezichthouder opnieuw bevestigd, hetgeen van groot belang is voor de rechtszekerheid van de energienetgebruikers."

Bron: Rechtspraak