Netbeheerders dienen voorstel in om onbenut transportvermogen terug te nemen
Voorstel ontneemt aangeslotenen zekerheid over toekomstige beschikbaarheid transportvermogen
Het codewijzigingsvoorstel beoogt netbeheerders het recht te geven om gecontracteerd en langdurig fysiek onbenut transportvermogen terug te nemen. Onzekerheid bij de netbeheerder over de toekomstige benutting van gecontracteerd transportvermogen mag geen reden zijn voor een netbeheerder om transportverzoeken te weigeren.
Voorstel
Het codewijzigingsvoorstel zou de mogelijkheid van aangeslotenen om zekerheid te krijgen over de beschikbaarheid van transportvermogen, beperken tot 12 maanden vooraf. Netbeheerders zouden volgens het voorstel gecontracteerde transportrechten bij bestaande aangeslotenen op midden- en hoogspanning weg mogen nemen, mits de aangeslotene minstens 50 procent van zijn transportrechten minstens 12 maanden niet gebruikt. Ook moet de netbeheerder de ongebruikte transportcapaciteit nodig hebben om andere transportverzoeken te kunnen faciliteren. Onbenutte maar wel gecontracteerde transportvermogens mogen volgens VEMW echter nooit een grond vormen voor de netbeheerder om nieuwe transportverzoeken te weigeren.
Contractuele congestie
Het codewijzigingsvoorstel kan niet op-zich-zelf-staand worden begrepen. Per 25 mei 2022 zijn nieuwe spelregels voor congestiemanagement in de Netcode Elektriciteit opgenomen. De netbeheerder is vanwege deze nieuwe spelregels verplicht, daar waar hij congestie voorziet, congestiemanagement toe te passen tot aan de financiële of de technische grens. De rechter heeft in het verleden meermaals verklaard dat wanneer het elektriciteitsnet administratief (op papier) vol zit - ook wel contractuele congestie genoemd - dit geen grond vormt voor de netbeheerder om nieuwe transportverzoeken te weigeren. Wel moet de netbeheerder rekening houden met de redelijkerwijs voorspelde belasting van het net. Hierin zit een tegenstrijdigheid: er is niet verduidelijkt hoe ver in de toekomst de netbeheerder rekening dient te houden met de verwachte netwerkbelasting die volgt uit alle gecontracteerde vermogens. Het codewijzigingsvoorstel stelt die termijn effectief op 12 maanden.
Rechtszekerheid
Grootverbruikers - evenals andere netgebruikers - hebben behoefte aan rechtszekerheid over de beschikbaarheid van transportvermogen. De businesscases van veel aangeslotenen zijn afhankelijk van zekerheid over toegang tot de energiemarkt. Door afnemende beschikbaarheid van transportvermogen (dat wil zeggen, toename van netcongestie), zoeken aangeslotenen zekerheid.
Met het codewijzigingsbesluit congestiemanagement heeft de ACM verduidelijkt onder welke omstandigheden een netbeheerder een aangeslotene transport mag weigeren. Voor een grootverbruiker zijn twee keuzes van de ACM in de codebesluit congestiemanagment het meest relevant. Ten eerste, de non-discriminatoire verdeelmethode van transportvermogen via first-come, first-served (FCFS): wie het eerst transportcapaciteit contracteert, heeft recht op die capaciteit. Ten tweede, de uitsplitsing tussen een nieuw transportverzoek en het concept 'natuurlijke groei'. Natuurlijke groei vindt plaats wanneer een aangeslotene zijn gecontracteerde transportvermogen vollediger gaat benutten. Natuurlijke groei vindt plaats binnen reeds gecontracteerd transportvermogen: een piekvermogen dat het gecontracteerd vermogen overschrijd is géén natuurlijke groei. De draaiuren van een fabriek verhogen van vijf dagen naar zeven dagen per week, binnen het huidig gecontracteerd transportvermogen, is wel natuurlijke groei.
Deze twee keuzes van de ACM leiden ertoe dat, voor verbruikers die rechtszekerheid zoeken, de rationele keuze is om transportvermogen te contracteren voor zij dit gaan benutten. Later kan de netbeheerder de benutting via natuurlijke groei immers niet weigeren. De ACM en netbeheerders zijn ten tijde van het codewijzigingsbesluit congestiemanagement meermaals gewaarschuwd voor de perverse prikkel die dit grootverbruikers zou geven: grootverbruikers zullen immers moeten betalen voor transportcapaciteit die zij nog niet benutten, om rechtszekerheid te hebben over de tijdige beschikbaarheid daarvan. Daarmee is het reserveren van transportcapaciteit met het codewijzigingsbesluit de norm geworden.
Het codewijzigingsvoorstel UIOLI is opgesteld om deze perverse prikkel uit het codebesluit congestiemanagement in de tijd te beperken.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: "VEMW onderstreept dat, om investeringen te kunnen doen, bedrijven zekerheid nodig hebben over de beschikbaarheid van transportvermogen. Door de gekozen invulling van de ACM van het concept van natuurlijke groei, is dit gedrag de enige mogelijkheid waarover bedrijven beschikken om zekerheid te hebben over transportcapaciteit. Tegelijkertijd is het onwenselijk dat bedrijven jarenlang sterk stijgende nettarieven betalen voor transportcapaciteit die zij niet benutten. Zo betalen grootverbruikers een fikse opslag voor hun rechtzekerheid. Met dit voorstel wordt de onzekerheid van netbeheerders over de toekomstige benutting van gecontracteerd transportvermogen, omgezet in een beperking in de tijd van rechtszekerheid van aangeslotenen over de beschikbaarheid van transportcapaciteit. De onzekerheid van netbeheerders moet niet worden verholpen door grootverbruikers onzeker te maken over de beschikbaarheid van transportvermogen. VEMW bereidt een zienswijze voor en zal deze indienen bij de toezichthouder."