TenneT verwacht dat de elektriciteitstransport tarieven in 2024 opnieuw fors stijgen, met 80-90 procent voor HS- en 120-135 procent voor EHS-netvlakken. In 2023 was er ook al een stijging van 51 procent voor HS en 84 procent voor EHS-tarieven. Belangrijkste reden zijn de fors toegenomen inkoopkosten voor energie en vermogen door een combinatie van de sterk gestegen elektriciteitsprijzen en benodigde volumes.
Operationele kosten
De kosten die TenneT via tarieven in rekening mag brengen bij haar klanten worden bepaald met een methode die door toezichthouder ACM is vastgelegd in de methodebesluiten voor TenneT. Die kosten moeten doelmatig zijn en bestaan uit kapitaalslasten m.b.t. investeringen in het landelijke hoogspanningsnet op land en zee, en operationele kosten waaronder de zogenoemde inkoopkosten voor energie en vermogen (E&V). Hieronder vallen de kosten voor het oplossen van transportbeperkingen (redispatch), de inkoop van netverliezen, blindvermogen en het contracteren van balansvermogen (FCR, aFRR, mFRRda). Hogere elektriciteitsprijzen leiden ook tot hogere prijzen voor de verschillende E&V producten. De elektriciteitsprijzen in Europa zijn vanaf de tweede helft van 2021 aanzienlijk gaan stijgen. De hoge elektriciteitsprijzen prijzen hebben zich ook in 2022 doorgezet waardoor deze circa vijfmaal hoger zijn dan de prijzen in het eerste kwartaal van 2021.
Kostenstijging energie en vermogen
De inkoopkosten voor E&V worden op basis van het historische gemiddelde als schatting in de transporttarieven voor het betreffende boekjaar verwerkt. Vervolgens wordt in de tarieven na twee jaar een nacalculatie uitgevoerd op basis van de werkelijk gerealiseerde kosten. De hoge kosten in 2022 worden dus in 2024 in de transporttarieven van TenneT verwerkt. Over de periode 2018 tot en met 2020 bedroegen de totale inkoopkosten voor E&V gemiddeld circa EUR 280 miljoen per jaar. In 2021 bedroegen deze kosten al circa EUR 850 miljoen, in 2022 zijn deze kosten verder gestegen tot circa EUR 1,7 miljard. Deze kosten worden in de tarieven 2024 verwerkt. Naar verwachting dalen deze kosten in 2023 weer enigszins, maar blijven ze wel ruim boven het historisch gemiddelde. Deze kosten zijn als gevolg van de schommelende elektriciteitsprijzen op dit moment erg volatiel.
Voorschot in 2024
De hoge inkoopkosten E&V leiden ertoe dat TenneT gedurende twee jaar een fors bedrag moet voorfinancieren. Vanwege de impact op de financieringscapaciteit van TenneT heeft de ACM aangekondigd om deze kosten vanaf 2024 eerder tot vergoeding te laten komen in de tarieven. De toezichthouder heeft aangegeven hierbij oog te houden voor een stabiel tariefverloop. In de prognose is uitgegaan van een vergoeding in de tarieven van 2024 van 25-40 procent van het verwachte tekort over 2023, naast de verrekening van de kosten uit 2022.
Volumecorrectieregeling
De ACM heeft laten weten dat er geen grondslag meer is voor de volumecorrectieregeling (VCR). Hierover moet de ACM nog wel een formeel besluit nemen. Bij deze tariefprognose van TenneT is dus geen rekening gehouden met de VCR. Doordat er geen rekening wordt gehouden met de VCR wordt de tariefstijging enigszins gedempt. Voor individuele afnemers die voorheen de VCR genoten, leidt het afschaffen van de VCR vanzelfsprekend juist wel tot een extra grote stijging in de transportkosten voor elektriciteit.
Verwachting
De tarieven vanaf 2025 zijn nog niet goed in te schatten door TenneT. Dat is enerzijds zo vanwege de volatiliteit van de E&V-kosten en anderzijds vanwege de onzekerheid van het tempo waarmee de ACM de E&V-kosten versneld in de tarieven wil laten landen. Wel zullen de tarieven zich minder extreem ontwikkelen dan in 2023 en 2024. Bij gelijkblijvende E&V-kosten zullen de transporttarieven waarschijnlijk blijven stijgen (circa 15 procent in 2025 en 2026). Indien de elektriciteitsprijzen weer gaan stijgen is een verdere groei in transporttarieven te verwachten, hoewel TenneT verwacht dat die groei procentueel wel fors kleiner zal zijn dan in 2023 en 2024. Bij een sterke daling van de elektriciteitsprijs is het de verwachting dat de tarieven weer gaan dalen. De ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt zijn op dit moment echter zo onzeker dat er nog geen verdere uitspraken te doen zijn over de tarieven voor 2025 en 2026.
Prikkel
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: "Met de investeringsdruk op de uitbreiding van netten en de balanshandhaving om de stijgende vraag en het volatielere aanbod te matchen, is het van evident belang dat alles in het werk wordt gesteld om de betrouwbaarheid en betaalbaarheid van de voorziening in de hand te houden. De sterk stijgende nettarieven die hieruit resulteren, vormen een steeds groter wordende uitdaging voor de elektrificatie van grootverbruikers. Het is daarom van groot belang dat maximale inspanning wordt verricht om deze kostenstijging te beperken. Deze ontwikkeling rechtvaardigt dat wordt gekeken naar de bijdrage van alle netgebruikers aan de nettarieven, met name gezien de zeer forse kosten van de ontwikkeling van het net op zee. Het elektriciteitsnet wordt nu uitsluitend door verbruikers en opslageenheden betaald."