Verduurzaming industrie vereist toegang tot voldoende en betaalbare hernieuwbare elektriciteit
Tenderprocedures voor windparken op zee moeten aangepast worden
Grootschalige elektrificatie in de industrie en de utiliteitsbouw met behulp van groene stroom is één van de snelste manieren om Nederland op structurele wijze te verduurzamen. Toegang tot hernieuwbare energie tegen competitieve prijzen is een belangrijke voorwaarde om te kunnen investeren in duurzame productiemiddelen, en bij te dragen aan de Nederlandse concurrentiepositie met toekomst vaste werkgelegenheid, kennis en innovatie. Energie afkomstig van windparken op zee speelt een cruciale rol. VEMW publiceert een position paper over randvoorwaarden en oplossingen.
Uitdagingen
Om de industrie te verduurzamen is veel groene stroom nodig. Daar moeten deze afnemers wel toegang tot krijgen. Tegen competitieve prijzen over de looptijd van een contract. Maar bedrijven die een lange termijncontract (PPA) voor deze stroom willen afsluiten worden geconfronteerd met vraagprijzen die ver liggen boven de verwachte lange termijn prijzen voor elektriciteit. Zo komen vraag en aanbod niet op een goede manier bij elkaar. Een concentratie van macht aan de zijde van de aanbieders van hernieuwbare (wind) elektriciteit moet worden voorkomen omdat zo’n positie een doelmatige prijsvorming kan belemmeren. En er dient aandacht te zijn voor het toekomstig energiesysteem waarin de productie van duurzame elektriciteit kan worden ingepast.
De industrie - als ook de utiliteitsbouw - heeft behoefte aan energie die voldoet aan hun specifieke, individuele vraagprofielen. Sommige processen verlangen voornamelijk baseload, waar andere processen flexibel kunnen reageren op variabele opwekking. Het energiesysteem dient te beschikken over mogelijkheden om onregelmatige profielen van vraag én aanbod te vertalen naar het gewenste profiel, bijvoorbeeld door gebruikmaking van energieopslag.
Vraag en aanbod
De totale elektriciteitsbehoefte zal in 2030 tussen de 80 en 100 TWh liggen, waarvan ongeveer 58 TWh benodigd is voor directe elektrificatie. In 2030 zal de elektriciteitsbehoefte van de industrie en utiliteitsbouw 50 tot 56 TWh bedragen, waarvan ongeveer 29 TWh benodigd is voor directe elektrificatie en de rest voor waterstof.
Het programma Wind op Zee heeft tot doel tot 2030 het aanbod van hernieuwbare windenergie te vergroten tot 21 GW capaciteit en 84 TWh aan productie. Zo zullen in 2023 twee kavels van circa 2 GW elk via een tender verdeeld worden, gevolgd door een tender van drie kavels in 2025 (4 GW).
Oplossingsrichtingen
Ontwikkelaars van offshore windparken moeten in staat worden gesteld de kosten structureel te kunnen verlagen om competitieve prijzen voor hernieuwbare elektriciteit te kunnen aanbieden, onder meer door het langjarig standaardiseren van turbines zodat doelmatig geïnvesteerd kan worden in schepen, kranen en havens. Ook de toegang voor grootverbruikers tot het afsluiten van PPA’s moeten worden verbeterd. De recente voorstellen van de Europese Commissie voor de elektriciteitsmarkt bieden hier openingen voor, bijvoorbeeld door het verstrekken van garanties aan partijen tegen het faillissement van een wederpartij. Het beleid moet wel gericht zijn op het voorkomen van machtsconcentraties - en mogelijk machtsmisbruik - bij de productie van hernieuwbare energie. En het is van belang dat er naast de uitrol van duurzame energiebronnen ook adequate stappen worden gezet om het energievoorzieningssysteem - inclusief grootverbruikers in de industrie - adequaat te kunnen laten reageren op variabele elektriciteitsproductie. Het ondersteunen van de industrie bij de transitie naar een meer fluctuerend productieprofiel is daarbij een noodzaak. Een deel van de capaciteit van windparken zou verplicht ingezet kunnen worden voor de industriële waardeketens. Ook voor de ontwikkelaar en leveranciers van windenergie is dit belangrijk om op de langere termijn duurzame elektriciteitsprojecten te kunnen blijven uitrollen.
Tendercriteria
Voorzitter Gertjan Lankhorst van VEMW: “Onlangs publiceerde RVO namens de minister van Energie en Klimaat de concept-criteria voor de volgende tender voor de aanleg en exploitatie van een windpark op de Noordzee. VEMW vreest dat deze criteria ertoe zullen leiden dat er geen of weinig groene stroom uit deze nieuwe windparken beschikbaar zal komen voor de Nederlandse industrie tegen competitieve prijzen. Gezien de omvang van de tenders voor wind op zee en het aantal partijen op de aanbestedingen, ontstaat een risico op machtsconcentratie en machtsmisbruik. Een dergelijk oligopolie verzwakt vervolgens de onderhandelingspositie van de industrie, ondermijnt de liquiditeit van de toekomstige elektriciteitsmarkt en uiteindelijke de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie.”
Lankhorst vervolgt: “De tendercriteria voor de toewijzing van (een deel van) de concessies voor deze windparken moeten worden aangepast om deze oplossingen bereikbaar te maken, zodat geïnteresseerde partijen voor de ontwikkeling van windparken een grotere kans maken op een concessie als zij een PPA met grootverbruikers afsluiten. Daarbij moet ook het proces voor de volgende te vergunnen kavels worden versneld!”