Terug naar nieuws

Europees Parlement stemt in met klimaatpakket Fit-for-55

VEMW staat achter de stappen én is kritisch op de uitvoering

Klimaat Beleid en toezicht, Wet- en regelgeving18 april 2023Jacques van de Worp

Het Europees Parlement heeft ingestemd met het klimaatwetgevingspakket 'Fit-for-55, dat bestaat uit 12 aangepaste en drie nieuwe reguleringen. Volgens dit pakket moeten de lidstaten verduurzamen en hun broeikasgasemissies reduceren met minimaal 55 procent in 2030 t.o.v. 1990. Voor de ETS-sectoren is dat zelfs 62 procent t.o.v. 2005. De Europese Raad moet nog instemmen met het pakket.

ETS en CBAM

Om te beginnen wordt de bestaande EU-ETS regulering vanaf 2026 verder aangescherpt door minder rechten ter beschikking te stellen aan de markt, en het emissieplafond sneller te verlagen, tot nul in 2040. Hierdoor zal de emissieprijs per eenheid CO2, die nu al rond de 100 euro/ton CO2 ligt, verder stijgen. Vanaf 2027 zal het ETS ook gaan gelden voor de transportsector (luchtvaart, scheepvaart, weg) en gebouwen.

De nieuwe CBAM-verordening verplicht importeurs van bepaalde energie-intensieve goederen, inclusief elektriciteit en waterstof, om een heffing te betalen voor hun invoer in de Europese Unie die overeenkomt met de prijs van emissierechten in het kader van het EU-ETS. Vanaf 1 oktober 2023 gelden de rapportageverplichtingen onder het CBAM, terwijl de verplichting voor importeurs om een heffing te betalen vanaf 2026 ingaat.

Kritisch

Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “ook de industrie in Nederland en de Unie zal een bijdrage leveren aan de emissiereducties. Bedrijven worden daartoe steeds verder geprikkeld via CO2-beprijzing. Europees via het EU-ETS en in Nederland via de nationale CO2-heffing die een soort bodemprijs voor emissies legt. Dat er nu importheffingen komen op producten uit derde landen via het CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) is een poging om een gelijker speelveld te creëren met landen en werelddelen waar de emissies nog niet of minder beprijsd zijn, zodat de Europese producenten van onder meer staal, aluminium, kunstmest en cement wel kunnen blijven concurreren op de wereldmarkt. Toch moeten wij kritisch zijn. Met name op de bijzonder complexe uitvoering van het CBAM mechanisme. Zo moet bijvoorbeeld bij geïmporteerde producten uit een land van herkomst worden bepaald hoeveel emissie bij de productie verifieerbaar is vrijgekomen. Dat is niet voor alle producten even eenduidig en waterdicht vast te stellen, zeker niet wanneer het gaat om samengestelde producten. En dan zijn er altijd regulatore en politieke risico’s, bijvoorbeeld ook als het gaat om de export van producten uit de EU, met de kans dat de grote kostenstijgingen niet doorberekend kunnen worden, met een reëel risico op koolstoflekkage.”

Luister hier het BNR radiofragment terug https://www.bnr.nl/gemist (18-4-2023 Minuut 35:35)