Ministerie van I&W presenteert verkenningen naar bewust en zuinig drinkwatergebruik en naar de Belasting op leidingwater
Minister Harbers van I&W heeft op 9 februari een brief en een tweetal verkenningen naar de Tweede Kamer gestuurd. De verkenning inzake bewust en zuinig drinkwatergebruik gaat in op de effectiviteit van mogelijke drinkwaterbesparingsmaatregelen en -instrumenten voor verschillende drinkwatergebruikers. In het kader van de verkenning naar de Belasting op leidingwater is een aantal opties genoemd voor aanpassing van de Belasting op leidingwater die ertoe kunnen leiden dat de prikkel om drinkwater te besparen toeneemt.
Bewust en zuinig gebruik
Bewust en zuinig gebruik is nodig om de (toekomstige) druk op de drinkwatervoorziening en het watersysteem te verlichten. De verkenning laat zien dat drinkwaterbesparing mogelijk is met een combinatie van maatregelen en instrumenten. Minister Harbers wil samen met stakeholders komen tot een passende mix van maatregelen en instrumenten om de beoogde doelen voor korte en lange termijn te realiseren. De minister doelt hier onder andere op een nationaal plan van aanpak voor drinkwaterbesparing en op met drinkwaterbedrijven (Vewin) en grootzakelijke gebruikers (VEMW) te maken afspraken over drinkwaterbesparing bij watergebruikers. In een eerdere Kamerbrief is aangegeven dat aan grootgebruikers wordt gevraagd om het gebruik van drinkwater met 20% te reduceren in 2035.
Belasting op leidingwater
Het rapport dat naar aanleiding van de verkenning ten aanzien van de belasting op leidingwater is geschreven beschrijft de ontstaansgeschiedenis van de belasting op leidingwater. De verkenning geeft een aantal opties voor aanpassing van de Belasting op leidingwater om de prikkel tot waterbesparing te vergroten. Daarbij worden genoemd het aanpassen van de grondslag naar alleen water geleverd via het drinkwaternet, het verhogen van het heffingsplafond en de herinvoering van een grondwaterbelasting. De minister laat weten dat de verschillende opties hiervoor verder verkend worden, samen met de ministeries van Financiën, Economische zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en samen met de belanghebbenden, zoals de Vewin en de VEMW .