Het kabinet vraagt aan grootverbruikers om het drinkwaterverbruik met 20% te reduceren. Huishoudelijke consumenten moeten hun verbruik eveneens reduceren: het kabinet werkt toe naar een drinkwatergebruik per hoofd van de bevolking van 100 liter in 2035 (thans 125 liter). Het laagwaardig gebruik van drinkwater wordt beperkt. Deze besparingen zijn volgens het kabinet nodig vanwege de toename van de watervraag en de schaarsere beschikbaarheid van water. Over de besparingen wil het kabinet met Vewin en VEMW afspraken maken.
Water en bodem sturend
De ambities ten aanzien van het besparen van drinkwater zijn onderdeel van een Kamerbrief die op 25 november naar de Tweede Kamer is gestuurd. Met deze brief geeft het kabinet uitwerking aan de afspraak uit het coalitieakkoord om water en bodem sturend te maken voor ruimtelijke planvorming. Door water en bodem sturend te laten zijn, kunnen we volgens het kabinet in Nederland ook in de toekomst met een ander en grillig klimaat blijven leven, wonen en werken. In een veilige omgeving, met een gezonde bodem, voldoende en schoon water. Daartoe zijn ‘structurerende keuzes’ gemaakt die richting geven voor de komende decennia. Deze zijn vertaald in een omvangrijk pakket aan maatregelen.
Voldoende en schoon (zoet) water
Voldoende en schoon water is één van de centrale thema’s in de Kamerbrief. Binnen dit thema maakt het kabinet maar liefst 14 structurerende keuzes. Zo wordt er toegewerkt naar een robuust grondwatersysteem waarbij de nadelige effecten van grondwateronttrekking worden beperkt. Vergunningen worden aangepast als de balans tussen het grondwatersysteem en grondwaterafhankelijke functies verstoord wordt. Provincies stellen hiervoor een grondwaterplafond op. Het leveren van drinkwater voor koeling van grootzakelijke waterverbruikers, waaronder bijvoorbeeld datacenters, wordt beperkt. Behalve op zuinig omgaan met water zet het kabinet in op het beter vasthouden en bergen van water en het verbeteren van de waterkwaliteit middels een bronaanpak voor lozingen uit de industrie, rioolwaterzuiveringsinstallaties en diffuse bronnen. Om onze delta veilig en leefbaar te houden wordt tot 2050 gewerkt aan het versterken van ruim 1500 km aan dijken en waterkeringen.
Industrie gebruikt minder al water
Industriële bedrijven gebruiken al minder water dan zo’n twintig jaar geleden. Volgens het CBS is het gebruik van leidingwater (waaronder drinkwater) in de industrie in 2020 ongeveer gelijk aan het gebruik in 2010 tijdens de economische crisis. Omdat de economische omvang van de sector industrie in 2020 groter is dan in 2010, gebruiken deze bedrijven relatief minder water ten opzichte van hun economische activiteiten. De voortgaande inspanningen van bedrijven om het watergebruik te beperken hebben tot besparingen geleid, ondanks de substantiële groei van economische productieactiviteiten, aldus het CBS.
Extra stappen maar maatwerk is vereist
VEMW is bereid om mee te werken aan de realisatie van de ambitie van het kabinet waar het gaat om het besparen van drinkwater. Het klimaat verandert sneller dan gedacht. VEMW realiseert zich daarom dat waterbeheerders én watergebruikers extra stappen moeten zetten. Het realiseren van een toekomstbestendig watersysteem vereist volgens VEMW een transitie naar een klimaatrobuust waterbeheer en een duurzaam en circulair gebruik van (zoet) water. Dit is een gezamenlijke opgave voor overheid en watergebruikers. Maatwerk moet volgens VEMW het uitgangspunt zijn bij het realiseren van de besparingen. Een generieke aanpak past niet. Dat heeft te maken met de sterk uiteenlopende waterprofielen van de industriële watergebruikers maar ook met de omstandigheden waaronder zij met water moeten ondernemen. Deze zijn vrijwel nooit gelijk. Dat betekent dat de mogelijkheden om water te besparen per watergebruiker verschillen. Er zijn situaties waarin er geen (op korte termijn) haalbare of duurzame alternatieven beschikbaar zijn voor het gebruik van drinkwater. Ook kan sprake zijn van toepassingen waarbij drinkwaterkwaliteit vereist is. Tot slot kan ook de urgentie voor besparing verschillend zijn. Zo is de druk op de waterbeschikbaarheid op de hoge zandgronden doorgaans groter dan in laag Nederland.