Toezichthouder ACM acht de regeling garanties van oorsprong (GvO) en certificaten van oorsprong (CvO) uitvoerbaar en handhaafbaar. De ACM beveelt aan om in de Ministeriële Regeling (MR) op te nemen dat meetbedrijven de productie-installaties m.b.t. ander gas - zoals waterstof - binnen een redelijke termijn goedkeuren. Deze zogenoemde 'vaststelling van de installatie' heeft de producent nodig voordat hij GvO's en subsidie kan aanvragen.
Uitvoerbaarheids- en Handhaafbaarheidstoets
Toezichthouder ACM heeft in opdracht van de minister van EZK een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets (UHT) uitgevoerd op de conceptregeling die de Regeling garanties van oorsprong (GvO's) en certificaten van oorsprong (CvO's) wijzigt. De wijziging beoogt artikel 19 van de Europese richtlijn (EU) 2018/2001 inzake hernieuwbare energie te implementeren. De conceptregeling is gebaseerd op de 'Wet houdende regels omtrent garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare bronnen', waarop de ACM in 2020 reeds een UHT heeft uitgevoerd.
De ACM acht de conceptregeling uitvoerbaar en handhaafbaar. Met de aanbeveling om het toezicht op de vaststellingstaken van netbeheerders en meetbedrijven ten aanzien van productieinstallaties effectiever uit te voeren door een redelijke termijn voor de vaststelling op te nemen in de conceptregeling.
Regeling
Op grond van de conceptregeling (artikel 2) moet elke producent voordat hij GvO's en SDE++ subsidie kan aanvragen een verzoek doen om te laten vaststellen dat zijn installatie geschikt is voor de productie van gas, ander gas, thermische energie of elektriciteit uit hernieuwbare bronnen of, ingeval van elektriciteit, ook uit niet hernieuwbare energiebronnen. Daarbij wordt ook vastgesteld of de meetinrichting geschikt is om de hoeveelheid (ander) gas of energie, die wordt geproduceerd, te meten. Voor elektriciteit en gas worden deze vaststellingen verricht door de netbeheerder. Voor thermische energie en ander gas komt deze taak met de nieuwe wet bij het meetbedrijf te liggen. De ACM houdt toezicht op deze taak van netbeheerders en meetbedrijven.
Voor de netbeheerders (voor hernieuwbaar gas en elektriciteit) en meetbedrijven (nu warmte, straks thermische energie) is in de huidige regeling vastgelegd dat zij binnen 4 weken na een verzoek het resultaat van de vaststelling moeten meedelen aan de producent. De ACM vindt het gewenst dat er ook een redelijke termijn in de regeling wordt opgenomen voor de vaststellingen met betrekking tot ander gas door de meetbedrijven. Daarbij zou in overleg met stakeholders bezien moeten worden of de bestaande termijn van vier weken in de praktijk de juiste, redelijke termijn is. Een redelijke termijn zou voldoende rekening moeten houden met de belangen van producenten enerzijds en de belangen van netbeheerders en meetbedrijven anderzijds. Daarnaast zou er volgens de ACM ruimte moeten zijn om bij onvoorziene - niet aan de netbeheerder of het meetbedrijf verwijtbare - omstandigheden uit te gaan van een langere, voor dat geval redelijke termijn.