De energiecrisis is geen normaal bedrijfsrisico maar een gevolg van geopolitieke ontwikkelingen en overheidsingrijpen. Om die crisis het hoofd te kunnen is een mix van acute, dringende en structurele maatregelen nodig uit Den Haag én Brussel. Dat is de boodschap van Hans Grünfeld namens de industrie in een ronde tafelbijeenkomst in het parlement op donderdag 3 november. (luister hier).
Energiecrisis
Er is sprake van een energiecrisis met historisch ongekend hoge en volatiele prijzen die in de industrie en glastuinbouw leiden tot afregeling en zelfs stopzetten van productie in onder meer de chemie, staal-, metaal-, voedingsmiddelen-, papier- en keramische industrie. Dat heeft niet alleen bedrijfseconomische gevolgen voor de betreffende bedrijven, maar leidt ook tot verstoringen in de complexe waardeketens met het risico op domino-effecten. De vooruitzichten zijn dat de crisis nog wel even voorduurt en dat we de komende jaren nog met de gevolgen te maken zullen hebben.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: "Wanneer een chemisch bedrijf of een kartonfabriek zijn productie afregelt kan dat ertoe leiden dat een voedingsmiddelenbedrijf geen verpakkingsmateriaal of schoonmaakmiddel als natronloog meer kan krijgen. Het afregelen van de productie van een kunstmestproducent leidt tot een tekort aan een brandstofadditief als AdBlue, koude tuinbouwkassen in Zeeland en een tekort aan halffabrikaten op een geïntegreerde industriesite als Chemelot in Limburg."
Maatregelen
Grünfeld vervolgt: "Wat we nu zien gebeuren zijn nog maar de korte termijneffecten. Maar de crisis en de gevolgen daarvan zijn nog lang niet voorbij. Om die het hoofd te kunnen bieden is een mix van acute, dringende en structurele maatregelen nodig om de aangetaste concurrentiepositie en het investeringsvermogen te herstellen. Met een breed gedragen inzet van bedrijven, overheid en politiek om de crisis te overbruggen en een perspectief te creëren voor een verduurzaamde, circulaire industrie én samenleving in Nederland en Europa. We staan nu voor een belangrijk keuzemoment: gaan we afhankelijk worden van bijvoorbeeld ammoniak- en plastic-productie en verdienvermogen elders in de wereld, of gaan we de potentie van de industrie in onze regio ten volle ontwikkelen en inzetten als verduurzamingsvliegwiel? Dat vraagt onder meer om een beteugeling van de kostentoerekening van immense infrastructurele netwerkinvesteringen aan de industrie, extra ondersteuning van energiebesparingsprojecten, en het aanpassen van het klimaat stimuleringsinstrumentarium aan de actuele behoeften. Omdat we het Europese speelveld ongelijker zien worden als gevolg van een lappendeken aan verschillende stimulerings-, beprijzings- en compensatie-instrumenten in de lidstaten, is ook Europa nadrukkelijk aan zet. Oók als het gaat om de bescherming en harmonisatie van de interne Europese energiemarkten en de energiepolitiek. Zo is het bijvoorbeeld merkwaardig dat Nederland wil inzetten op kernenergie terwijl Duitsland haar bestaande kerncentrales sluit."