Als onderdeel van de jaarlijkse ‘State of the Union’ heeft de Europese Commissie gisteren een pakket aan maatregelen gepubliceerd om de historisch hoge energiekosten voor burgers en bedrijven te kunnen compenseren, bijvoorbeeld door het afromen van overwinsten. De kunst zal zijn het pakket snel en doeltreffend in te voeren en perspectief te bieden om de crisis het hoofd te bieden.
Pakket
De Europese Commissie stelt voor om een prijsplafond in te voeren van €180 per MWh op “overwinsten” op de elektriciteitsmarkt, bijvoorbeeld op hernieuwbaar geproduceerde elektriciteit (zon, wind) en kernenergie. Deze overwinsten zijn een gevolg van bijzonder lage – en niet gestegen - marginale kosten voor de productie waar de marktprijs wordt gezet door fossiele opwek (gas of kolen) met op dit moment historisch hoge kosten. Daarnaast moet aan de vraagzijde een besparingsdoel van 10 procent op lidstaatniveau komen met een verplichte besparing van 5 procent voor piekuren (‘peakshaving’ van de piekvraag). ‘Fossiele’ energiebedrijven (olie-, gas-, en steenkoolbedrijven, raffinaderijen) moeten een solidariteitsbijdrage leveren om daarmee beschermde afnemers te kunnen compenseren voor hun buitengewoon hoge energierekening.
De maatregelen zijn gericht op de crisis en daarmee tijdelijk van aard. De regeling moet uiterlijk 1 december 2022 ingaan en eindigen op 31 maart 2023. De Commissie zal eind februari een evaluatie van de regeling publiceren.
Grote uitdaging
Algemeen directeur Hans Grünfeld: “het goede nieuws is dat de Europese Commissie terugkomt op haar eerdere plannen om in te grijpen in de marktstructuur. De markt functioneert en geeft prikkels aan spelers in de energievoorzieningsketen om – doelmatig – te investeren. Een prijsplafond voor import van gas is daarmee van de baan. Waar de Commissie wel op inzet is een compensatie van de uitkomsten van de markt, in zoverre die uitkomsten een wel zeer ongewenst gevolg zijn de energiecrisis. Een groot deel van de maatregelen richt zich op de beschermde afnemers, maar gelukkig ook deels op het bedrijfsleven. De industrie en andere zakelijke energiegebruikers hebben een perspectief nodig om deze crisis te kunnen overleven en in Europa ook in de toekomst duurzaam te kunnen blijven produceren en een bijdrage te leveren aan de Europese economie. De grote uitdaging zal zijn de maatregelen snel en doeltreffend in te voeren, zeker ook in Nederland, waarbij het speelveld tussen de lidstaten niet ongelijker moet worden!”