In juni kondigden landelijk netbeheerder TenneT en regionale netbeheerder Enexis een stop aan op het realiseren van nieuwe aansluitingen op de elektriciteitsnetten in Noord-Brabant en Limburg. Hiermee gaven zij aan dat congestie was geconstateerd en zij daarmee niet langer redelijkerwijs een aanbod tot transport konden doen. Nu de congestiemanagementsonderzoeken zijn afgerond, blijkt dat deze tijdelijke stop grotendeels voortkwam uit de aanname dat batterijen hun gecontracteerd vermogen op piekmomenten zouden benutten.
Spelregels congestie
De netbeheerder heeft zowel een aansluit- als transportplicht: hij is verplicht eenieder die daarom verzoekt van een aansluiting te voorzien en transport te faciliteren. Om aan de transportplicht te kunnen voldoen, moet een netbeheerder voldoende (reserve) capaciteit in zijn netwerk aanhouden en daar tijdig in investeren. Een netbeheerder is niet verplicht nieuwe aanvragen tot transport te honoreren zodra congestie wordt geconstateerd. Congestie treedt op wanneer gelijktijdig een groter vermogen wordt gevraagd dan er beschikbaar is. Daardoor wordt het netwerkelement overbelast. Wanneer een netbeheerder voorziet dat congestie kan optreden, moet hij een onderzoek uitvoeren naar congestiemanagement. Pas wanneer congestiemanagement blijkens het onderzoek geen uitkomst biedt, kan de netbeheerder constateren dat sprake is van congestie en mag hij overgaan tot het weigeren van nieuwe transportverzoeken in het congestiegebied.
TenneT heeft het congestiemanagementsonderzoek in Noord-Brabant en Limburg nu afgerond. Dit heeft TenneT gedaan op basis van de nieuwe regels in de Netcode Elektriciteit. Deze nieuwe regels beperken de toepassing van congestiemanagement met zowel een financiële als technische grens. Beide grenzen blijken voor afnamecongestie geen beperking. Formeel treden deze regels in werking op 25 november 2022.
Noord-Brabant
TenneT heeft in Noord-Brabant in totaal 334 MW aan aanvragen voor transportcapaciteit voor afname tijdelijk geweigerd. Middels congestiemanagement wordt ongeveer 300MW aan transportvermogen extra beschikbaar gesteld. Daarmee kunnen deze verbruikers alsnog van transport worden voorzien. Het congestierapport laat open hoe 300 MW aan congestiediensten 334MW aan afnamecongestie verhelpt.
De transportvraag voor invoeding stijgt naar vermoedelijk 4427 MW. De technische capaciteit is 2025 MW. Voor invoeding concludeert TenneT dat er 310 MW aan transportvermogen beschikbaar gesteld moet worden met toepassing van congestiemanagement en 150 MW met een operationele maatregel. De operationele maatregel vergde geen marktonderzoek. In de naar verwachting gevraagde transportcapaciteit van 4427 MW kan TenneT slechts deels voorzien met 2025 MW technische transportcapaciteit, 310 MW capaciteit via congestiemanagement, en 150 MW via een operationele maatregel. Voor invoeding blijft dus congestie bestaan.
Naast invoeding en afname, omvat de totale transportvraag van batterijen 48 MW. TenneT geeft aan het effect van opslageenheden op de gelijktijdige netwerkbelasting slecht te kunnen inschatten; het is onduidelijk welke prijsprikkels het gedrag van batterijen primair zal sturen.TenneT kiest ervoor te veronderstellen dat batterijsystemen geen invloed uitoefenen op congestie, omdat met de eigenaren hiervan onderbreekbare transportafspraken worden gemaakt. Opvallend genoeg loopt TenneT hiermee vooruit op een controversieel codewijzigingsvoorstel waarmee non-firm transportrechten mogelijk moeten worden gemaakt.
De geschatte jaarlijkse kosten van congestiemanagement in Noord-Brabant worden geraamd op 11,8 miljoen.
Limburg
In Limburg is de gevraagde transportcapaciteit voor afname 1833 MW, waarvan 194MW uit nieuwe aanvragen bestaat. De huidige capaciteit van 1900 MW is voldoende om deze transportbehoefte te faciliteren. Daarmee is geen sprake van afnamecongestie in Limburg.
Voor invoeding is het gevraagd transportvermogen van 3030 MW hoger dan het technische vermogen van 1900 MW. Middels congestiemanagement kan aan bijna de helft van de extra transportvraag worden voldaan.
De aanvragen door batterijen voor transportcapaciteit omvatten in Limburg 532 MW. Ook hier is verondersteld dat deze niet zullen bijdragen aan congestie via non-firm transportrechten.
Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW: “De situatie in Noord-Brabant en Limburg illustreert de ernstige capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet en onderstreept het belang van het maximaal toepassen van congestiemanagement. Netbeheerders geven hiermee uitvoering aan hun wettelijke verplichting tot het uitvoeren van congestiemanagement, en hebben ruimte gecreëerd om de markt te faciliteren. Het verwondert ons dat TenneT moeite heeft met het inpassen van batterijen, terwijl deze bij uitstek een cruciale rol kunnen spelen in het aanbieden van flexibiliteitsdiensten. Tegelijkertijd is het opmerkelijk dat er maandenlang werd gesproken over ernstige congestie voor een periode van maar liefst 10 jaar (!) en dat verzoeken tot transport werden geweigerd zonder dat het onderzoek naar congestiemanagement was afgerond. Het is van belang dat in toekomstige vergelijkbare situaties, congestie tijdig wordt voorzien en congestiemanagement tijdig wordt onderzocht. Dat is essentieel voor het vertrouwen in de energiemarken en het Nederlandse vestigingsklimaat.”