Noodmaatregelen tegen congestie voor zuidelijke provincies lossen probleem niet op
Minister gaat mee in wens elektriciteitsnetbeheerders, maar vermindert congestie mogelijk niet
De minister voor Klimaat en Energie Jetten heeft voor de provincies Noord-Brabant en Limburg Ben Voorhorst aangewezen als speciaal coördinator voor de aanpak van de vooraangekondigde congestie op de elektriciteitsnetten. De minister onderzoekt, op verzoek van netbeheerders Enexis en TenneT, noodmaatregelen die netbeheerders extra bevoegdheden moeten geven om congestie te voorkomen. De verwachte maatregelen lossen volgens VEMW de problematiek niet zuiver op me als risico dat bij onjuiste invulling de rechtspositie van aangeslotenen structureel wordt afgezwakt.
Congestie Limburg en Noord-Brabant
Indien een netbeheerder voor enig moment voorziet dat hij niet zal kunnen voldoen aan het geheel aan elektriciteitstransport verzoeken, doet hij een vooraankondiging van congestie. Vervolgens onderzoekt de netbeheerder de mogelijkheid van congestiemanagement. Pas wanneer blijkt dat congestiemanagement geen oplossing biedt voor nieuwe transportverzoeken, is het een netbeheerder toegestaan nieuwe verzoeken tot transport te weigeren. De aankondiging dat het elektriciteitsnet in beide provincies op slot gaat verdient daarmee enige nuance. Voor de provincie Limburg is het maximale technisch transportvermogen in het relevante netgebied 1900 MW, waarbij 2150 MW gevraagd is.
In Noord-Brabant geldt een technisch vermogen van 2900 MW; de gevraagde transportcapaciteit is circa 3160 MW. Het optellen van gecontracteerd vermogens heeft voor het vaststellen van congestie geen juridische status. Congestie moet blijken uit onderzoek naar de mogelijkheid van congestiemanagement en prognoses van de fysieke belasting van het net. TenneT heeft daarnaast aangegeven dat de verwachte afname-congestie volgt uit aanvragen voor, opgeteld over beide provincies, 800 MW aan transportvermogen. Hiervan is circa 300 MW voor batterij-opslag aangevraagd. Gezien het nog niet afgeronde onderzoek naar congestiemanagement, evenals de significante rol van batterijopslagen met flexibel vermogen, lijkt het voorbarig om zuiver te kunnen spreken van congestie.
Non-firm capaciteit
In reactie op de vooraankondiging van congestie, hebben netbeheerders enkele noodmaatregelen bepleit. Het mogelijk maken van non-firm capaciteit is een van deze noodmaatregelen. Non-firm capaciteit is vermogen wat een aangeslotene contracteert waarbij beschikbaarheid voorwaardelijk is aan bijvoorbeeld tijdsblokken of de momentane belasting van het elektriciteitsnet. VEMW is geen principieel tegenstander van non-firm capaciteit. Maar VEMW nuanceert wel het enthousiasme waarmee dit als noodmaatregel wordt voorgesteld voor de zuidelijke provincies. Non-firm capaciteit ontsluit capaciteit die nog niet wordt benut door partijen die reeds firm-capaciteit gecontracteerd hebben. Dit overlapt met de capaciteit die op het elektriciteitsnet (firm) kan worden gecontracteerd in combinatie met congestiemanagement. Daarnaast lost non-firm capaciteit het probleem niet op van een elektriciteitsnet dat op papier vol zit. Het is een netbeheerder niet toegestaan op basis van contractuele congestie (d.w.z., de gecontracteerde vermogens) nieuwe verzoeken tot transport af te wijzen. Non-firm capacity kan een nuttige toevoeging zijn aan het geheel aan middelen waarover een netbeheerder beschikt, maar niet zonder de juiste randvoorwaarden waarmee rechtszekerheid voor aangeslotenen wordt geborgd. En dat is voor ons een essentiëel punt, namelijk dat de rechtszekerheid van de aangesloten afnemer niet in het geding komt.
VEMW, 23 juni 2022