Prioriteren van netverzwaringen is onvolledige oplossingsrichting netcapaciteitstekort
VEMW bezorgd over politisering recht op markttoegang
Openbare netbeheerders worstelen met het capaciteitstekort op de elektriciteitsnetten omdat zij er niet in slagen tijdig de nodige netcapaciteit te realiseren vragen de netbeheerders aan de politiek om om prioritering van netverzwaringen en aansluitingen. Het afhankelijk maken van het fundamentele recht op toegang tot de energiemarkt van politieke besluiten is volgens VEMW niet de juiste oplossing voor de energietransitie.
Prioritering aansluitingen en netverzwaringen
Het prioriteren van individuele aansluitingen op basis van criteria als maatschappelijke meerwaarde is niet in lijn met het Europese discriminatieverbod. De Minister onderkent dit in de recente beantwoording van Kamervragen. Prioritering van netverzwaringen is volgens hem daarentegen wel mogelijk. Het prioriteren van aansluitingen is een van de vele oplossingsrichtingen die de netbeheerders bepleitten, waarvan VEMW enkele andere actiepunten wel onderschrijft.
De wens om aansluitingen te prioriteren is niet alleen door netbeheerders geuit: op 18 mei publiceerde de Algemene Rekenkamer het Verantwoordingsonderzoek 2021 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De Algemene Rekenkamer identificeert, als een van de knelpunten in het oplossen van het netcapaciteitstekort, “de ruimte die het Europees kader voor het netbeheer al dan niet laat om een specifieke partij op basis van maatschappelijke criteria met voorrang of juist met vertraging van netcapaciteit te voorzien;”. Deze weergave van de feiten is onjuist: het borgen van een non-discriminatoir toegang tot de elektriciteitsnetten, en daarmee tot de energiemarkt, is geen belemmering voor het oplossen van het netcapaciteitstekort. Het netcapaciteitstekort is een bedreiging voor het veiligstellen van het non-discriminatoire recht op toegang tot het energiesysteem. Daarnaast stelt de Algemene Rekenkamer: “Netbeheerders kunnen in theorie tijdelijk prioriteiten stellen, zowel bij het aansluiten van bedrijven en burgers op het elektriciteitsnet als bij uitbreiding van het elektriciteitsnet.”. De Rekenkamer bepleit daarbij dat een eventuele wijziging van de Europese wetgeving geoorloofd en logisch is, aangezien de congestieproblematiek ook in andere lidstaten zou spelen. Het recht op non-discriminatoire toegang tot de energiemarkt vloeit voort uit weloverwogen Europese wetgeving, waaronder:
- Artikel 2 van het Verdrag van Europese Unie;
- Artikelen 170 en 194 tweede lid van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
- Artikel 6 van de Elektriciteitsrichtlijn 2019/944;
- Artikel 1 van de Elektriciteitsverordening 2019/943;
Artikel 1 letter b van de Elektriciteitsverordening 2019/943 legt nadrukkelijk uit dat non-discriminatoire toegang tot het energiesysteem een fundamentele vereiste is voor de werking van de interne energiemarkt als omschreven in artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: “Deze verordening beoogt (...) fundamentele beginselen vast te stellen voor goed functionerende, geïntegreerde elektriciteitsmarkten, waarbij niet discriminerende toegang voor alle aanbieders van middelen en elektriciteitsafnemers mogelijk is”.
Provincie als voorwaarde voor markttoegang
In de Provincie Friesland is een eerste stap genomen in het vanuit de maatschappelijke belangen afwegen welke netverzwaringen prioriteit verdienen. Hierin wordt een prioritering aangebracht tussen verschillende netverzwaringen (en niet tussen individuele aansluitingen) op basis van de maatschappelijke meerwaarde. Daarbij wordt o.a. de levering van stroom bijvoorbeeld als urgenter aangemerkt dan de invoeding van elektriciteit uit duurzame bronnen, en krijgen netverzwaringsprojecten met de grootste maatschappelijke positieve impact prioriteit. De maatschappelijke impact wordt beoordeeld op basis van de gevolgen voor woningen, bedrijven, economische meerwaarde en het oplossen van acute transportbeperkingen.
Landelijk afwegingskader
De Minister geeft aan, in reactie op het prioriteringskader in Friesland, een prioriteringsrichtlijn op landelijk niveau op te willen stellen. Deze richtlijn moet netbeheerders in staat stellen om tussen netverzwaringsinvesteringen een betere prioritering te kunnen aanbrengen dan nu gebeurt. VEMW onderschrijft de potentiële meerwaarde van een dergelijke richtlijn, mits deze zorgvuldig tot stand komt en niet leidt tot afhankelijkheid van politieke willekeur voor netgebruikers om toegang te krijgen tot de energiemarkt. Daarbij haalt de Minister het MIEK in de Kamerbrief aan als middel om prioriteringsrichtlijn op te stellen. Het niet geheel duidelijk waarom het MIEK hiervoor als geschikt middel wordt benoemd.
Hans Grünfeld, algemeen directeur VEMW: “Het is van groot belang dat in de discussie over het netcapaciteitstekort, de fundamentele oorzaak van het probleem niet verloren raakt. Het tekort aan personeel, en materiaal, evenals lange doorlooptijden van vergunningen belemmeren een snelle realisatie van netverzwaringen. Een duurzame oplossing van het netcapaciteitstekort vereist afstemming met een wettelijke grondslag in de totstandkoming van netwerkinvesteringen.
Het aanbrengen van een prioritering in aansluitingen is een onrechtmatig lapmiddel om de maatschappelijke impact te minimaliseren. Een vergelijkbare prioritering in netverzwaringen kan redelijk zijn, mits deze onder de juiste voorwaarden tot stand komt. De Minister geeft bijvoorbeeld in de Kamerbrief aan een prioriteringskader te ontwikkelen in samenspraak met ACM, netbeheerders en medeoverheden: de netgebruikers, voor wie het net toegang biedt tot de energievoorziening en die bovendien de kosten van het net financieren, moeten hierbij worden betrokken. Naast deze eventuele prioritering van verzwaringen, zal het grootschalig uitvoeren van congestiemanagement de economische schade van congestie moeten beperken. Het codewijzigingsbesluit, congestiemanagement wordt woensdag 25 mei verwacht.”
VEMW, 25 mei 2022