Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid Energiewet vergen aanpassingen wetsvoorstel
UHT-toetsing ACM bevestigt zienswijzen VEMW
De onafhankelijke toezichthouder ACM heeft de laatste versie van het conceptwetsvoorstel voor de Energiewet getoetst op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. In deze zogenaamde UHT-toets concludeert de ACM dat het voorstel uitvoerbaar en handhaafbaar is, mits een aantal onderdelen worden aangepast. Daarnaast doet de ACM een aantal aanbevelingen, in lijn met eerdere wensen van VEMW.
Juridische toetsing ACM
De ACM licht toe hoe het wetsvoorstel, met name in het licht van een drietal uitspraken van het Europese Hof van Justitie (HvJEU), de bevoegdheden van de onafhankelijke toezichthouder op een aantal punten onterecht beknot. Zo verplicht het voorstel de ACM tot het maken van een keuze tussen tariefregulering en omzetregulering van de netbeheerder. De ACM moet echter de mogelijkheid hebben ook voor een combinatie van deze twee systemen te kiezen. In het stelsel van omzetregulering stelt de toezichthouder de maximale omzet vast. De vastgestelde omzet is daarbij gelijk aan de toegestane inkomsten. De tarieven worden zo vastgesteld dat zij naar verwachting leiden tot de toegestane inkomsten. Het systeem van tariefregulering leidt tot een directe vaststelling van de maximale tarieven door de ACM. Daarnaast beperkt het voorstel de mogelijkheid van de ACM om zelfstandig kwaliteitsprikkels (bijvoorbeeld de huidige q-factor voor regionale netbeheerders) voor de netbeheerder in te stellen. Wel borgt de Energiewet op verschillende manieren een betere bescherming van kleinverbruikers, en biedt het de ACM meer handvaten om leveranciers te controleren op bijvoorbeeld hun financiële gezondheid.
Netcapaciteitstekort
Het huidige tekort aan transportcapaciteit op de elektriciteitsnetten is nijpend. De ACM bepleit ter overbrugging van het huidige transporttekort een bij wet vastgesteld prioriteringskader op basis waarvan wordt bepaald welke netverzwaringen maatschappelijk de meeste waarde hebben. Een maatschappelijke kosten-baten analyse voorkomt volgens de ACM een eenzijdige belangenafweging. Het wetsvoorstel eist daarnaast dat netbeheerders borgen dat hun netwerken op korte en lange termijn voldoen aan een redelijke vraag naar transport, maar laat ‘redelijke vraag’ daarbij ongedefinieerd. De ACM verzoekt EZK met het oog op de handhaafbaarheid de term verder toe te lichten. Ook ondersteunt de ACM onderzoek naar de ‘right to challenge’, als bepleit in een motie van het Kamerlid Boucke. De right-to-challenge houdt beknopt in dat marktpartijen de ruimte krijgen om het elektriciteitsnet te versterken bij krapte op het elektriciteitsnet. Daarnaast ondersteunt de ACM een verbreding van het recht op aanbesteden van de aansluiting, in lijn met de eerdere zienswijze van VEMW. Momenteel mag dit slechts bij aansluitingen groter dan 10 MVA; de ACM bepleit een verlaging van deze grenswaarde. Netbeheerders zijn tegelijkertijd kritisch over het onderhouden en repareren van niet door henzelf gerealiseerde aansluitingen. De ACM benoemt als mogelijke oplossing voor die zorg het onderhoud en beheer bij de onderneming die de aansluiting realiseerde te houden.
Flexibiliteit
Voor het grootschalig ontsluiten van flexibiliteit merkt de ACM op dat er meer afspraken gemaakt moeten worden om het geleverde balanceringsproduct te meten. “Zo zullen voor deze markten (day ahead en intraday markt) aanvullend afspraken moeten worden gemaakt over onder meer het vaststellen van het verbruik voor vraagrespons (de baseline), meten en verificatie van de geleverde flexibiliteit en wijze van verrekening.”
Net op zee
In de UHT licht ACM toe dat de beoogde bekostiging van het net op zee juridisch ingewikkeld is. De ACM ziet dat de voorgestelde regulering van het net op zee botst met hun onafhankelijkheid in het vaststellen van de tarieven. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de kosten van het net op zee worden betaald uit nettarieven. Om aan die afspraak tegemoet te komen worden de kosten verdisconteerd in tarieven die deels gereguleerd en deels niet-gereguleerd zullen zijn; overige kosten worden door een subsidie gedekt. De niet-gereguleerde kosten die niet door de subsidie worden gedekt, brengt de netbeheerder op zee (TenneT) in rekening bij andere netbeheerders volgens een bij AMvB te bepalen verdeling. Deze inmenging van EZK in de kostenverdeling is waarschijnlijk in strijd met Europese wetgeving over de exclusieve bevoegdheid van de toezichthouder om de nettarieven te reguleren. De ACM merkt op dat de vele juridische vragen die dit opwerpt niet spelen, indien de niet-gereguleerde kosten van het net op zee volledig via een subsidie worden vergoed. Dit heeft om die reden de voorkeur van de ACM, in lijn met de uitgesproken voorkeur van VEMW.
Codestelsel
De meest technische regels m.b.t. het energiesysteem zijn vastgesteld in technische codes. De ACM concludeert dat het voorstel zou leiden tot een wijziging van het huidige systeem door de status van de codes te wijzigen van ‘afdwingbare algemeen verbindende voorschriften’ (publiekrechtelijk), naar door de ACM goedgekeurde, contractuele voorwaarden (privaatrechtelijk). De ACM bepleit een behoud van het huidige, goed functionerende stelsel, o.a. omdat veel voorwaarden geen afspraken tussen de netbeheerder en de aangeslotene betreffen. Ook zou een privaatrechtelijk systeem de handhaving door de ACM belemmeren. VEMW heeft consistent een behoud van het huidige systeem bepleit, en ziet niet welk probleem het voorstel met de genoemde wijziging poogt op te lossen.
Gegevensuitwisseling
Het voorstel bevat ook de oprichting van een gegevensuitwisselingsentiteit; een rechtspersoon die de uitwisseling van gegevens uit verschillende dataregisters mogelijk maakt. Hieraan wordt uitvoering gegeven met de oprichting van de ‘Beheerder AfsprakenStelsel’ (BAS) en het ‘MarktFaciliteringsForum’ (MFF). De ACM bepleit, om de uitvoering van de taken te kunnen controleren, in de wet de gegevensuitwisselingsentiteit verantwoordelijk te maken voor de taken die zij uitvoert. Nu lijkt die verantwoordelijkheid gedeeld bij de gezamenlijke netbeheerders te liggen, hetgeen de handhaving belemmert. Daarnaast ziet de ACM in het voorstel geen mogelijkheid om in te grijpen wanneer men in het MFF onderling geen oplossing voor een probleem vindt.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Het is goed te zien dat de ACM in haar toetsing veel verbeterpunten heeft aanbevolen die VEMW ook in zowel schriftelijke als mondelinge zienswijzen heeft bepleit. VEMW deelt met name de zorgen over de beoogde wijzigingen aan het goed functionerende codestelsel, en benadrukt dat de toezichthouder voldoende middelen beschikbaar moet worden gesteld om de naar verwachting toenemende verplichtingen uit te kunnen voeren. Dat is van evident belang voor een betrouwbare en betaalbare energievoorziening, het functioneren van de energiemarkt en de rechtsbescherming van afnemers.”
VEMW, 7 april 2022