Uitspraak Europees Hof versterkt rol toezichthouder
ACM schetst gevolgen uitspraak Hof van Justitie in zaak EC-Duitsland
Op 2 september 2021 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) uitspraak gedaan in een inbreukprocedure door de Europese Commissie tegen lidstaat Duitsland. De uitspraak bevestigt de onafhankelijkheid van toezichthouders en perkt de zeggenschap van beleidsmakers af. De ACM licht toe op welke wijze zij gehoor gaat geven aan de uitspraak en voor welke concrete onderwerpen deze gevolgen zal hebben. Volgens VEMW is het ook in het belang van aangeslotenen dat de onafhankelijke toezichthouder ongehinderd haar taken kan uitvoeren.
Uitspraak
VEMW heeft eerder bericht over de uitspraak van het Europese Hof. De Europese Commissie startte een inbreukprocedure tegen Duitsland, omdat deze lidstaat naar mening van de Commissie de Europese Richtlijnen 2009/72/EG en 2009/73/EG verkeerd had geïmplementeerd. De uitspraak bevestigt dat in de Europese regulering voor de onafhankelijke toezichthouder van een lidstaat een sterkere rol is vastgelegd dan haar door de Duitse regering is toegedicht. Ook voor Nederland heeft de uitspraak gevolgen: op een aantal concrete onderwerpen is het Ministerie van EZK verder gegaan dan Europese wetgeving haar toestaat. De ACM licht toe hoe zij de uitspraak van het Hof interpreteren en hoe zij beogen met de onderwerpen die nu bij haar zijn belegd beoogt om te gaan.
Verplaatsing bevoegdheden naar ACM
De uitspraak van het Hof verduidelijkt in ieder geval dat het vaststellen van transmissie- en distributietarieven voorbehouden is aan de ACM. Hetzelfde geldt voor regels voor netbeheerders m.b.t. de aansluiting op en toegang tot de energienetten. In de huidige Elektriciteitswet staan echter nog regels over bijvoorbeeld de aansluittermijn: bij aansluitingen kleiner dan 10MVA of t.b.v. van productie-installaties van duurzame elektriciteit is deze maximaal 18 weken. Het Ministerie was dus blijkens de Richtlijn niet bevoegd deze vereiste vast te stellen. De ACM zal daarom ook een eerder aan een netbeheerder opgelegde boete wegens het overtreden van de termijn intrekken. Op korte termijn zal een nieuw codewijzigingstraject worden gestart om redelijke aansluittermijnen in de technische codes vast te leggen. VEMW is vertegenwoordigd in het wettelijke Gebruikersplatform GEN, en zal daar de belangen van aangeslotenen m.b.t. dit voorstel vertegenwoordigen. Tot het codewijzigingstraject is afgerond zal ACM uitgaan van een redelijke aansluittermijn, te bepalen per geval.
De ACM blijft, conform de huidige reguleringsmethode, de transmissie- en distributietarieven die netbeheerders maximaal in rekening mogen brengen bij afnemers, vaststellen. VEMW was vertegenwoordigd als deelnemer aan de klankbordgroepen voor de reguleringsmethode en is belanghebbende bij de recent genomen methodebesluiten voor de periode 2022-2026. Met de nadrukkelijke, exclusieve bevoegdheid die de uitspraak aan de ACM geeft, blijkt de volumecorrectiefactor (VCF) nu ook een onderwerp waarover het Ministerie geen zeggenschap heeft. De ACM laat de VCF in 2022 vooralsnog ongemoeid. In 2022 start de ACM een onderzoek, inclusief consultatie, naar de wenselijkheid van het voortzetten van de VCF.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Wij stellen vast dat de ACM de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voortvarend oppakt, zoals eerder ook door ons bepleit. Met de lezing van de ACM ziet VEMW haar analyse bevestigd. Het is mede in het belang van de aangeslotenen dat de onafhankelijke toezichthouder ongehinderd haar taken kan uitvoeren. In dat licht zal VEMW met de netbeheerders en andere stakeholders nauw betrokken zijn bij het codewijzigingsvoorstel voor redelijke aansluittermijnen: gezien de huidige schaarste aan netcapaciteit moet zo spoedig mogelijk rechtszekerheid voor aangeslotenen worden geborgd.”
VEMW, 1 december 2021