Belang consument gaat vóór het belang van de overheid in energietransitie
Europees Hof van Justitie stelt consument centraal in besluitvorming
Het Europese Hof van Justitie (EHJ) stelt het belang van de consument centraal in besluitvorming. Een belang dat gaat vóór het overheidsbelang. Dat volgt uit een uitspraak van het Hof in een zaak tussen de Europese Commissie en Duitsland. Volgens VEMW wordt, zoals vandaag opgetekend in De Telegraaf, met de uitspraak de rechtsbescherming van consumenten geborgd en de energietransitie in Nederland een stuk transparanter en voorspelbaarder.
Markttoegang
Het EHJ stelt in haar uitspraak dat de Duitse overheid ten onrechte ingrijpt in het via voorwaarden in de Europese regulering vastgelegde recht van consumenten op vrije toegang tot de energienetten en de tarieven die zij betalen voor het gebruik van die netten. Omdat de overheid naast wetgever ook beleidsmaker – en in Nederland aandeelhouder – is, dreigt het gevaar van belangenverstrengeling. Het EHJ bevestigt met haar uitspraak dat het de onafhankelijke toezichthouder is – in Nederland het zelfstandig bestuursorgaan Autoriteit Markt en Consument (ACM) – die het exclusieve recht heeft om de voorwaarden voor aansluiting en transport uit te werken. Daarbij gaat het onder meer om technische voorwaarden m.b.t. het recht op een aansluiting en transport (betrouwbaarheid), tarieven die kostenreflectief zijn (betaalbaarheid) en de duurzaamheid van de voorziening: de drie pijlers van het energiebeleid.
Energiewet
In Nederland bereidt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een Energiewet voor die de bestaande Elektriciteitswet en Gaswet moet gaan vervangen. In een concept-wetsvoorstel dat met de marktpartijen gedeeld is, is opgenomen dat belangrijke voorwaarden die de toegang tot de netten regelen niet langer als exclusieve bevoegdheid worden toegekend aan de ACM maar worden ingevuld door het ministerie via ministeriële regelingen (MR) en algemene maatregelen van bestuur (AMvB). VEMW uitte hier in een zienswijzeforse kritiek op, onder meer op het punt van rechtsbescherming van de consument.
Rechtsbescherming
Algemeen directeur Hans Grünfeld: “een onafhankelijke toezichthouder zoals de ACM zal in haar besluiten over de toegangsvoorwaarden het belang van de consument voorop stellen om deze te beschermen tegen de belangen van de monopolistische netbeheerder. In de besluitvorming is een belangrijke rol weggelegd voor de consument en de netbeheerder door uitwisseling van hun kennis en expertise. Wanneer de consument of de netbeheerder het niet eens is met de voorwaarden die de ACM stelt in een besluit, staat een toetsing door de rechter, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), open. Als de óverheid de voorwaarden gaat stellen kan belangenverstrengeling optreden. Bijvoorbeeld door het aandeelhoudersbelang (dividendinkomsten, winstmaximalisatie) in de publieke netbeheerders voorop te stellen. Of door kosten die volgen uit beleidskeuzes, die te maken hebben met bijvoorbeeld het beëindigen van gaswinning in Groningen of het beëindigen van aardgasgebruik in de gebouwde omgeving, eenzijdig neer te leggen bij de consument (tarievenverhoging) in plaats van de aandeelhouder (afwaardering). Een belangrijk uitgangspunt van de Europese regulering, zijnde kostenveroorzaking, wordt hiermee losgelaten, en dat is onacceptabel.”
Grünfeld vervolgt: “de uitspraak van het EHJ stopt het afglijden naar een gepolitiseerd energiesysteem, met het voorop stellen van het consumentenbelang op grond van objectieve en non-discriminatoire criteria. Een systeem, waarbij de waan van de dag bepalend kan zijn voor de keuzes die gemaakt worden. Dat is ons inziens essentieel om een effectieve rechtsbescherming van de consument - burgers en bedrijven – te borgen. Met de uitspraak van het Europese Hof staat de consument weer centraal. Daarmee wordt de energietransitie een stuk transparanter en voorspelbaarder.”
VEMW, 14 oktober 2021