Hoge gasprijzen doen afnemers pijn, leveringszekerheid lijkt niet in gevaar
Toezichthouders aan zet om vooronderzoek te doen naar mogelijke manipulatie
De hoge energieprijzen, waaronder die voor aardgas zijn historisch hoog en doen afnemers pijn. In een aantal industriële sectoren worden processen teruggeregeld omdat het bedrijfseconomisch niet langer verantwoord is tegen de stijgende energiekosten te produceren. Vooralsnog is de leveringszekerheid van gas in Nederland niet in het geding. Een vooronderzoek van toezichthouders naar mogelijke marktmanipulatie lijkt volgens VEMW zinnig, gelet op de grote belangen en een historisch hoge prijs.
Gasmarkt
In Nederland hebben we sinds 2003 met de oprichting en inrichting van het TTF een handelsplaats waar transparante prijsvorming tot stand komt door vraag naar en aanbod van gas. Jarenlang kon gas gecontracteerd worden voor een prijs van 18-24 euro/MWh. De laatste 2 jaar lag die prijs op de spotmarkt zelfs tussen de 11 en 16 euro/MWh. In 2021 is de gasprijs op een recordhoogte gekomen van zo’n 70 euro/MWh op de spotmarkt en 30-35 euro/MWh op de termijnmarkt. Deze hoge prijzen hebben te maken met een aantal factoren. In Azië is sprake van een toenemende vraag naar gas (LNG) met de bereidheid dáár om hogere prijzen te betalen. Dat maakt dat LNG naar Azië gaat en terminals in Europa veel minder cargo’s zien aanlanden. Het aanbod per pijpleiding vanuit Noorwegen (onderhoud aan installaties) en Rusland (storing in productie-installaties, geopolitieke verhoudingen) staat onder druk. En dat terwijl in Noordwest-Europa de gasvraag toenam voor de elektriciteitsproductie ter vervanging van kolen- en kernenergievermogen. De ondergrondse gasopslagen in NW-Europa zouden op dit moment voor zo’n 80 procent vol moeten zitten, maar halen deels nog geen 50 procent. De verminderde gasproductie in Nederland lijkt niet zo’n factor te zijn in de huidige prijsstijging omdat onze infrastructuur toereikend is om ander gas hiernaar toe te krijgen en de grote productiedaling in Groningen al éérder ingezet is. Bovendien is er voldoende capaciteit om hoogcalorisch gas om te zetten in laagcalorisch gas.
Prijzen
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “met alle ophef over de gestegen energieprijzen is enige nuance wel op zijn plaats. Allereerst doen de hoge prijzen - zowel voor elektriciteit als gas - pijn, met name voor energie-intensieve bedrijven voor wie de energiekosten meer dan 40 procent van de productieprijs vormen. Een aantal bedrijven is genoodzaakt om de productieprocessen terug te regelen of stil te zetten omdat het bedrijfsmatig onverantwoord is om te produceren op dit kostenniveau. Bedrijven zijn niet in de gelegenheid geweest om tegen lage gasprijzen in het recente verleden gasvoorraden in te kopen en die op te – laten – slaan voor deze prijspiekmomenten, omdat daar bedrijfsmatig onverantwoorde financiële posities mee gemoeid zijn. Wij hebben tot op heden geen aanwijzingen dat de gasmarkt niet goed functioneert. Na een periode van historisch lage prijzen zien we nu historisch hoge prijzen. In Azië is men bereid hoge prijzen te betalen voor vloeibaar gas (LNG), waardoor wij in Noordwest-Europa afhankelijk zijn van pijpleidingengas uit met name Rusland (40 procent marktaandeel) en Noorwegen (25 procent). Het is aan de toezichthouders in Nederland en Europa om vast te stellen of de markt wel of niet goed functioneert en de prijsvorming ongehinderd tot stand komt op basis van vraag en aanbod, of dat er sprake is van marktmanipulatie. Daartoe zijn door Brussel systemen opgetuigd. Een vooronderzoek lijkt - gelet op de grote belangen en historisch hoge prijs - wel zinnig.”
Leveringszekerheid
Grünfeld vervolgt: “kijken we naar de leveringszekerheid, dan stel ik vast dat de vulgraad van ondergrondse gasopslagen voor laagcalorisch gas, waarmee onder meer de huishoudens, zorginstellingen en het MKB beleverd worden, met meer dan 75 procent op een goed niveau zitten. Dat is anders voor de opslag van het hoogcalorisch gas, waarbij de twee grootste bergingen op 27 (Bergermeer) respectievelijk 48 procent (Grijpskerk) vulgraad zitten. Hier geldt dat de gebruikers van dit gas in de industrie en de elektriciteitsproductie door de hoge prijs hun verbruik al terugregelen. Als marktmechanisme dus. En dan zijn er nog de systeem vangnetten van het Groningen gasveld (tot Q3-2023), de solidariteitsregulering van de EU, waarbij Nederland is gekoppeld aan België, Frankrijk, Spanje en Portugal - die wél een hoge vulgraad van de bergingen kennen, en tot slot het Nederlandse Besluit Leveringszekerheid Gaswet met specifieke wettelijke taken voor netbeheerder GTS.”
VEMW, 28 september 2021