Terug naar nieuws

Grote potentie voor CCS in Nederland

VEMW presenteert position paper m.b.t. de opvang en opslag van CO2

Klimaat Beleid en toezicht21 juni 2021Thessa de Ridder

Volgens het klimaatakkoord moet 49 procent van de CO2-emissies in Nederland in 2030 gereduceerd worden t.o.v. 1990. Niet alle industriële bedrijven hebben per direct opties om hun CO2-emissies op deze termijn zo drastisch te verminderen. Een haalbare oplossing voor een aantal energie-intensieve bedrijven kan Carbon Capture and Storage (CCS) zijn: de afvang en opslag van CO2 in uitgeproduceerde gasvelden. De recente rechtszaak van Milieudefensie tegen Shell maakt nog meer duidelijk dat alle opties om emissies te reduceren aangegrepen moeten worden, inclusief CCS. Hierover zei algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “De zware verplichtingen die de rechter aan Shell op een korte termijn oplegt maakt dat de noodzaak van toepassing van CCS nog onherroepelijker wordt. Intensivering van de uitvoering van CCS-projecten vereist dan ook de volledige steun van de NGO’s en de overheid.” VEMW heeft een CCS position paper opgesteld, met aanbevelingen om het potentieel van CCS – ook in de Europees-regionale context - ten volle te benutten.

Potentie
Nederland is een land met een grote potentie voor CCS. Er is een grote energie-intensieve industriële sector, die geconcentreerd is in vijf regionale clusters, waar veel – en geconcentreerd - CO2 vrijkomt. Bovendien is er een groot aanbod van opslagcapaciteit in de vorm van uitgeproduceerde gasvelden onder de Noordzee. Onze strategische ligging biedt mogelijkheden om de opslagvraag uit het zogenaamde ARRRA-cluster (Antwerpen-Rotterdam-Rijn-Ruhr-area) aan te sluiten op het aanbod. Dat kan een sterke businesscase voor Nederland opleveren en de concurrentiepositie en het investeringsklimaat verbeteren, gebruikmakend van de kennis die aanwezig is op het gebied van off- en onshore winning, transport en opslag van gas, en van de sterk ontwikkelde samenwerkingscultuur. De risico’s van CCS kunnen daarbij door middel van beleid en regelgeving geminimaliseerd worden. De Nederlandse overheid heeft al belangrijke stappen gezet door middel van een verbreding van de SDE+ stimuleringsregeling. In de 2020-tender is een cumulatief bedrag van maximaal 2 miljard euro over een looptijd van 15 jaar toegezegd aan zes projecten van vier partijen als onderdeel van het Porthos project.

Barrières
Doordat CCS een politiek beladen onderwerp is bestaat er veel onduidelijkheid over toepassing van CCS op de lange termijn. VEMW ziet een rol weggelegd voor de overheid om de zorgen, onduidelijkheden en barrières weg te nemen om zodoende de potentie van CCS ten volle te kunnen benutten. Verduidelijking is nodig als het gaat over onder meer financiering, timing, schaalgrootte, en de - lange termijn - visie op de infrastructuur. De overheid neemt een initiërende rol m.b.t. de infrastructuurprojecten Porthos, Athos en Aramis, met deelname van EBN en Gasunie. Hoe deze rol op termijn wordt ingevuld is echter nog onduidelijk. VEMW pleit voor een duidelijke invulling van die rol en uitbreiding van de infrastructuur zodat alle bedrijven in Nederland die gebruik willen maken van CCS om hun reductiedoelstellingen te kunnen halen dit ook kunnen doen op een doeltreffende en doelmatige manier. Daarvoor is het belangrijk om ook de overige barrières in de organisatie, marktordening en regelgeving weg te nemen.