ACM publiceert ontwerp methodebesluiten TenneT en RNB’s
VEMW bereidt een zienswijze voor
Toezichthouder ACM heeft de ontwerpmethodebesluiten voor landelijk elektriciteitsnetbeheerder TenneT en de regionale netbeheerders (RNB’s) ter consultatie voorgelegd aan marktpartijen. De reguleringsperiode bedraagt vijf jaar (2022-2026). De grootste uitdaging voor de elektriciteitsnetbeheerders in de komende periode is het enorme investeringsniveau om de energietransitie mogelijk te maken. De gasnetbeheerders worden juist geconfronteerd met een terugloop van gecontracteerde capaciteit door de transitie, en bijgevolg desinvesteringen. VEMW bereidt een zienswijze op de ontwerpbesluiten voor.
Regulering
In een methodebesluit stelt de ACM per netbeheerder de toegestane inkomsten vast op basis van de efficiënte kosten voor haar bedrijfsvoering. Op basis daarvan mag de netbeheerder tarieven in rekening brengen aan netgebruikers, zoals industrieën, elektriciteitscentrales, producenten en energieleveranciers. Op die manier blijven de tarieven van netbeheerders, die monopolisten op hun eigen netwerk zijn, op een redelijk niveau voor de afnemer en hebben netbeheerders een prikkel om efficiënt te werken.
De efficiënte kosten die landelijk netbeheerder TenneT via systeem- en transporttarieven in rekening mag brengen bij netgebruikers worden bepaald op basis van een benchmark van andere transmissie systeembeheerders in Europa. De doelmatige kosten die de Nederlandse regionale netbeheerders zoals Liander, Enexis en Stedin in rekening mogen brengen bij hun klanten worden bepaald door maatstafconcurrentie, waarbij die maatstaf door ACM wordt gebaseerd op het gemiddelde van alle efficiënte kosten van alle regionale netbeheerders. Op basis van de via de methodebesluiten vastgestelde efficiënte kosten voor iedere netbeheerder worden jaarlijks de tarieven vastgesteld door ACM, nadat de netbeheerders daartoe voorstellen hebben gepresenteerd aan de toezichthouder.
Uitgangspunten
De ACM stelt een reguleringsperiode voor van vijf jaar (2022-2026). De grootste uitdaging voor de elektriciteitsnetbeheerders in de komende periode is het enorme investeringsniveau om de energietransitie mogelijk te maken. De gasnetbeheerders worden juist geconfronteerd met een terugloop van gecontracteerde capaciteit door de transitie, en bijgevolg desinvesteringen.
De ACM hanteert net zoals de vorige reguleringsperiode 2017-2021 een reëel stelsel voor TenneT’s transporttaken, de systeemtaken en de netbeheerder van het net op zee. Voor de transport- en systeemtaken bedraagt de nominale kapitaalslastenvergoeding (WACC) 2,9-2,8 procent; reëel is dat 1,2-1,0 (2022 resp.2026). Voor het net op zee is de nominale WACC 3,3 en de reële WACC 1,5 procent. De benchmark wordt – inclusief een onzekerheidsmarge - op 83,5 procent gezet.
Voor de regionale netbeheerders elektriciteit is de ACM voor de bepaling van de maatstaf uitgegaan van de peiljaren 2018-2020. De reële WACC voor bestaande assets bedraagt 1,3 (2022) - 1,0 (2026) procent, voor nieuw vermogen 1,0.
Voor de regionale netbeheerders gas gaat ACM een nominale WACC vaststellen, waarbij de gestandaardiseerde assetwaarde (GAW) niet langer geïndexeerd wordt. Bovendien past ACM een versnelde afschrijving voor met een factor 1,2 om de terugloop in rekenvolumina op te kunnen vangen. Desinvesteringen worden verwijderd uit de GAW en via nacalculatie vergoed.
Zienswijze
VEMW zal de ontwerpbesluiten bestuderen en na overleg met haar achterban een zienswijze indienen. ACM verwacht de definitieve besluiten in september 2021 te nemen. Dan wordt ook bekend hoe hoog de inkomsten van de netbeheerders zullen zijn.
VEMW, 19 april 2021