EsCo's kunnen belangrijke partner zijn om CO2 te reduceren
Meerdere contractvormen voor verschaffing kapitaal, mankracht en kennis
Het reduceren van de CO2-uitstoot vraagt om grote investeringen van kapitaal, mankracht en kennis, maar die heeft de Nederlandse industrie niet altijd beschikbaar. Energy Service Companies (ESCo’s) kunnen dan een belangrijke partner zijn in het verschaffen van dat kapitaal, die mankracht en kennis. In het ontzorgen door aanleg, onderhoud en beheer van energie- en waterinstallaties. Dat is de boodschap van het Inspiratietours webinar op 13 april jl., georganiseerd door VEMW, NVDE en RVO.
EsCo
Veel bedrijven zullen de barrières herkennen, die maken dat – op zich rendabele – projecten gericht op energiebesparing en CO2-reductie niet worden gerealiseerd. In maar liefst 41 procent van die gevallen kennen investeringen in de core-business een hogere prioriteit dan investeringen in de utilities. In een kwart van de cases is er een gebrek aan professionele resources en in 12 procent is er sprake van complexe implementatieprocessen. Waar veel mensen nog de perceptie hebben dat een EsCo zich met name richt op kapitaalverschaffing voor off-balance financiering, is de realiteit dat deze ondernemingen als partner de realisatie van een duurzame energieproductie en energie-efficiëntie mogelijk maken. Met een verscheidenheid aan contracten kan een ESCo – afhankelijk van de klantenwens – verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling, investering en het operationele beheer. De meest toegepaste contractvormen zijn build–own–operate–transfer (BOOT) en shared savings, maar ook energy supply contracts en guaranteed savings worden aangeboden, zo blijkt uit een overzicht van Maarten van Werkhoven van Project 6-25.
Getec
Thomas Theiner van Getec ging in op industriële projecten die zij mogelijk maken door Energy Performance Contracting volgens het ENergy COst REduction (ENCORE) model. Daarbij is het doel de investeringen en operationele kosten te reduceren en de netto kostenbesparingen te delen. Klaas Vos, Global Sustainability Manager Supply Chain bij FrieslandCampina gaf aan dat het hebben van een gedeeld doel, het samenwerken op basis van afspraken en wederzijds vertrouwen, alsmede de organisatie van een goed projectteam de kritische succesfactoren zijn. FrieslandCampina is erin geslaagd om sinds 2010 een klimaatneutrale groei van 15 procent te realiseren. In 2030 wil het bedrijf 40 procent CO2-emissies reduceren t.o.v. 2015. Via het Getec Encore-programma kan jaarlijks 40 kton CO2 worden bespaard en is een totaal besparingspotentieel van 100 kton CO2 per jaar vastgesteld.
Adven
Victor Donselaar van Adven Group gaf aan dat in de afgelopen 40 jaar de meeste projecten zijn gericht op de utilities, energiebesparing en CO2-reductie. In toenemende mate worden ook oplossingen gezocht in de productieprocessen van bedrijven. Voor Adven zijn duurzaamheid en lange termijn denken en -investeringen kernwaarden. Dat maakt een EsCo ook interessant voor een eindgebruiker die zijn investeringen graag in minder dan 5 of zelfs 2 jaar wil terugverdienen. Adven runt inmiddels zo’n 300 installaties in meerdere landen. Het preferente model is het ‘Energy as a service’ model. Dat biedt structuur met ruimte voor maatwerk omdat elke case weer anders is, zo lieten ook 2 cases zien van een mouterij (Viking Malt) en een chemisch bedrijf (IFF). Bij Viking blijkt een reductie van 65 procent van de thermische energie mogelijk, bij IFF een reductie van 30 procent op het energiegebruik, met name van de indampers. Een van Adven’s klanten, dhr. Heikki Vahtera, Plant Manager van IFF (voormalig DuPont Nutrition and Biosciences), presenteert waarom IFF voor deze constructie gekozen heeft en wat de voordelen zijn van hun samenwerking met een ESCo als Adven.