Productie hernieuwbare elektriciteit 40 procent gestegen
Wind heeft grootste aandeel en zon is sterkste stijger
De productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen is in 2020 gestegen van 22 (2019) naar 31 mln MWh: een stijging van 40 procent. Van het Nederlandse elektriciteitsverbruik kwam vorig jaar ca. een kwart uit hernieuwbare bronnen van eigen bodem (2019: 18%). Dit blijkt uit nieuwe, voorlopige cijfers van het CBS over hernieuwbare elektriciteit.
Duurzame mix
Van de totaal geproduceerde hernieuwbare elektriciteit werd met windturbines het grootste deel opgewekt (45 procent), ruim meer dan met biomassa (29 procent) en zonnepanelen (26 procent). Zon-PV is wel de grootste stijger (5,3 naar 8,1 mln MWh), met name door een toename van het opgesteld vermogen met 3.000 MW. In 2020 is iets meer dan 10.200 MW zon-PV geïnstalleerd.
De productie van elektriciteit uit windenergie steeg in 2020 vergeleken met een jaar eerder met 29 procent (3,1 mln MWh) naar 13,9 mln MWh. De stijging hangt samen met de uitbreiding met twee nieuwe, grote parken voor de Zeeuwse kust (Borssele I en II). Het opgestelde vermogen op zee steeg daarmee van ca. 1.000 (2019) naar 2.500 MW in 2020. Wind op land ging van bijna 600 MW (2019) naar 4.100 MW eind 2020.
De productie van elektriciteit uit biomassa groeide van 6,0 mln MWh in 2019 naar 9,0 mln MWh in 2020 (+49 procent). Elektriciteit uit biomassa wordt gemaakt door afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) door het (mee)stoken van biomassa in kolencentrales en in warmtekrachtinstallaties en door installaties op biogas.