Het ministerie van EZK heeft op 17 december 2020 het wetsvoorstel Energiewet ter consultatie voorgelegd. De Energiewet beoogt de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 te vervangen en een ordeningskader te bieden dat de energietransitie ondersteunt en stimuleert en tegelijkertijd bijdraagt aan het doel van een schone energievoorziening die veilig, betrouwbaar, betaalbaar en ruimtelijk inpasbaar is. VEMW zal het wetsvoorstel vanuit de enorme en complexe opgave en het belang van een adequate infrastructuur voor de industrietransitie met belangstelling bestuderen en een zienswijze voorbereiden.
Voorstel
Het wetsvoorstel Energiewet moet de Europese regelgeving m.b.t. interne energiemarkt en het Clean Energy Package implementeren en invulling geven aan afspraken uit het Klimaatakkoord en andere nationale beleidsvoornemens. Het voorstel bestaat uit zes pijlers: systeemintegratie, energie-data(management), inrichting van het systeembeheer, marktfacilitering, rechtsbescherming en toezicht. Naast de publieke belangen van betrouwbaarheid, betaalbaarheid en veiligheid van de energievoorziening zullen twee additionele doelen nadrukkelijker geborgd moeten worden: het realiseren van een emissiearme, klimaatneutrale energievoorziening en de inpasbaarheid van het energiesysteem in het bredere ruimtelijke beleid.
Experimenten en tijdelijke taken
De huidige Elektriciteitswet 1998 bevat experimenteerruimte voor de netbeheerders. Om de transitie van de energiemarkt en specifiek de infrastructuur te kunnen faciliteren beoogt EZK een aantal knelpunten m.b.t. experimenteerbepalingen weg te nemen. De vraag die EZK voorlegt is of zulke bepalingen in dit wetsvoorstel nodig zijn, waar die op toe zouden moeten zien, met welk doel en voor wie (systeembeheerder, netwerkbedrijf, marktspeler) dit zou moeten gelden met welke – tijdelijke - taken. Een voorbeeld is óf en hóe ruimte kan worden gecreëerd voor systeembeheerders om binnen demonstratieprojecten ervaring op te doen op het gebied van het transport van waterstof.
Beoordeling
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “bij de afzonderlijke Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (2000) lag de nadruk op de liberalisering en het optimaal functioneren van de afzonderlijke gas- en elektriciteitsmarkt. De energiewetgeving vormt de voorwaarden voor het handelen van de monopolistische netbeheerders. De wetgeving moet energiegebruikers adequaat beschermen tegen misbruik van dit monopolie. Met de uitvoering van het Klimaatakkoord worden duurzaamheidsdoelstellingen en de energietransitie steeds belangrijker. Naast de uitbreiding van de elektriciteitsnetten is nieuwe infrastructuur nodig voor onder meer waterstof, warmte en CCS. Systeemintegratie is noodzakelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de energievoorziening te borgen. Een adequate infrastructuur is voorwaarde scheppend voor de industrietransitie. Vanuit de enorme en complexe opgave zullen we het wetsvoorstel dan ook met belangstelling bestuderen en een zienswijze voorbereiden.”