Terug naar nieuws

Verduurzaming industriële warmtevraag belangrijk onderdeel industrietransitie

Uitdaging is afstemming tussen lokaal, regionaal en landelijk niveau

Klimaat Beleid en toezicht2 december 2020Thessa de Ridder

De verduurzaming van de industriële warmtevraag is een belangrijk deel van de energietransitie, die onlosmakelijk is verbonden met een industrietransitie en een verschuiving van een lineaire naar een circulaire economie. Daarbij liggen de uitdagingen niet alleen binnen een inrichting, maar ook in de afstemming met lokale (CES), regionale (RES) en landelijke (Klimaatakkoord, regie, middelen) niveau’s als het gaat om de beschikbaarheid van voldoende en betaalbare energie(dragers) en een betrouwbare infrastructuur. Dat zijn de belangrijkste lessen van de vierde inspiratietour van NVDE, VEMW en RVO met als thema industriële warmte- en stoomuitkoppeling.

Industrietransitie
Het chemiebedrijf LyondellBasell realiseert op de Maasvlakte een ‘Circular Steam Project’, waarbij het in samenwerking met Covestro een nieuwe biologische waterzuiveringsinstallatie bouwt en een verbrandingsinstallatie waarmee biogas en stoom wordt geproduceerd. Besparing: 0,9 PJ energie en 140 kton CO2, met de mogelijkheid om een resulterende sodabrijnstroom van 11.000 ton/jaar her te gebruiken als grondstof. Daarnaast onderzoekt LyondellBasell met 7 andere partijen de mogelijkheid om te komen tot een gezamenlijk stoomnet in de Botlek, waarbij het zelf zo’n 50 kton CO2-uitstoot kan reduceren door inzet van een e-boiler. De tijd lijkt nu rijp om zo’n complex, regionaal project te realiseren.

Exotherm proces
Indorama Ventures, voorheen Eastman Chemicals, bedrijft op locatie Europoort een exotherm proces om onder meer de – in toenemende mate gerecyclede - grondstof voor PET-flessen te maken. Zo’n tweederde van de restwarmte komt – op een laag temperatuurniveau – uit de processen, en een derde uit de utilities. Door onder meer toepassing van damprecompressie (MVR, 15 en 42 bar) als industriële warmtepomp kan 1,6 PJ energie (aardgas) worden bespaard met een emissiereductie van 136 kton CO2. Nagenoeg de gehele stoomvraag van de site kan met deze MVR-techniek worden verduurzaamd, uitgaande van duurzame elektriciteit voor de compressor. Doel is nog voor 2030 op volledige reductiecapaciteit te zitten. Belangrijke onzekerheden zijn de beprijzing van de utilities en de CO2.