Rol Tweede Kamer in versnelde realisatie infrastructuur voor energietransitie
Regie en wettelijke verankering Meerjarenprogramma MIEK sleutelfactoren
Het proces dat moet leiden tot een effectieve, doelmatige en tijdig beschikbare infrastructuur voor de energietransitie moet worden gestructureerd door een passende rolverdeling, modulaire aanpak, duidelijke regie en een wettelijk verankerd Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Daarbij kan gebruik gemaakt worden van bestaande instrumenten zoals de Investeringsplannen van de netbeheerders en het Gebruikersplatform GEN. Versnelling van het proces is mogelijk door knelpunten in wet- en regelgeving weg te nemen en investeringen in no-regret maatregelen mogelijk te maken. Dat waren de belangrijkste boodschappen van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) in een technische briefing aan de Tweede Kamer.
Taskforce
In oktober 2019 heeft minister Wiebes van EZK Caroline Gehrels (Arcadis), Marc van der Linden (Stedin, Netbeheer Nederland) en Hans Grünfeld (VEMW) benoemd als leden van de onafhankelijke Taskforce Industrie Klimaatakkoord Infrastructuur (TIKI), met de opdracht om de knelpunten in de infrastructuur te benoemen die voor de industrie belemmerend werken om de afspraken uit het Klimaatakkoord na te komen en met oplossingen te komen. Op 13 mei 2020 heeft de Taskforce haar advies overhandigd aan minister Wiebes. Het kabinet heeft op 16 oktober jl. zijn reactie aan de Tweede Kamer aangeboden. Commissievoorzitter Gehrels benadrukte tijdens de technische briefing aan de Kamer gisteren nog eens dat de infrastructuur voor elektriciteit, gas, waterstof en CO2 (CCS) is en wordt aangelegd voor alle netgebruikers in Nederland: huishoudens, utiliteitsbouw, land- en tuinbouw, industrie, elektriciteits- en waterstofproducenten, etc.
MIEK
De Taskforce heeft de regering geadviseerd het proces dat moet leiden tot een effectieve, doelmatige en tijdig beschikbare infrastructuur te structureren. Onder meer door een passende rolverdeling, modulaire aanpak, duidelijke regie en inrichting - inclusief wettelijke verankering - van een Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Hans Grünfeld benadrukte dat hierbij gebruik gemaakt kan worden van de ruim 20-jarige ervaring die in de energievoorziening (infrastructuur en marktinrichting) is opgedaan door het realiseren van investeringsplannen en regelgeving, met betrokkenheid en controle van onder meer de toezichthouder ACM, de gezamenlijke netbeheerders, en de netgebruikers die in het zogenaamde Gebruikersplatform GEN structureel overleg plegen. Extra aandacht moet besteed worden aan de ruimtelijke inrichting van de energievoorziening, waarbij een regierol voor het Rijk wenselijk en noodzakelijk is.
Versnelling
Op de vraag van de Tweede Kamerleden Harbers (VVD), Mulder (CDA) en Sienot (D66) wat de Kamer kan betekenen om het proces om te komen tot een infrastructuur die de energietransitie adequaat kan faciliteren te versnellen, was de Taskforce duidelijk. Het is noodzakelijk dat beheerders voor CO2- en H2-netten worden aangewezen, en de toegang tot - en het gebruik van - die netten wordt gereguleerd. En aanpassing van wet- en regelgeving om knelpunten weg te nemen en investeringen in no-regret maatregelen mogelijk te maken, met onder meer het opstellen van een progressieve agenda voor waterstof en CCS, een routekaart voor elektrificatie van de warmtevraag en het mogelijk maken van voorfinanciering door de publieke netbeheerders en netwerkbedrijven.
Concrete voorbeelden zijn de waterstof backbone die Gasunie ontwikkelt en de CCS-projecten Porthos en Athos van de havenbedrijven in Rotterdam en Amsterdam. Grünfeld gaf als voorbeeld het wegnemen van aanloop- en vollooprisico’s bij nieuwe infrastructuur voor het H2- en CO2-transport, waarbij het Wopke Wiebes Fonds zou kunnen helpen. En, het gaat het niet louter om geld maar ook om de systematiek, zoals de wijze van afschrijving van investeringen en de vaststelling van tarieven voor netgebruikers. De Taskforce benadrukte dat het, zoals bij CCS, naast financiering ook gaat om risico-afdekking, het oplossen van juridische vraagstukken zoals aansprakelijkheid, en technologie-toepassing op een nieuwe schaal en in een nieuwe toepassing, waarbij ook bestaande infrastructuur hergebruikt wordt.