Verduurzaming industriële clusters vraagt om essentiële randvoorwaarden en nieuw beleid
Plannen industriële clusters 2030-2050 gepresenteerd
Op 22 oktober 2020 hebben de zes industriële clusters hun CO2-reductieplannen overhandigd aan Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. De plannen laten zien welke verduurzamingsopties de verschillende bedrijven in de clusters in willen zetten via projecten en plannen. Daarnaast vragen de clusters om belangrijke randvoorwaarden en concrete beleidsaanpassingen voor een succesvolle uitvoering.
Zes clusterplannen
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de Nederlandse industrie additioneel 14,3 mton CO2 moet reduceren voor 2030. Net als bij de Regionale Energie Strategieën (RES) voor de opwek van duurzame elektriciteit en warmte, is er voor een regionale aanpak gekozen om deze opgave in te vullen. De grote reductieopgave vraagt om bedrijfs- en sector-overschrijdende samenwerking. De industriële clusters zijn daarom via regionale koplopersprogramma’s aan de slag gegaan met hun verduurzamingsplannen voor 2030, met een doorkijk naar 2050. Nederland telt zes industriële clusters: Rotterdam/Rijnmond, het Noordzeekanaal gebied, Chemelot, Smart Delta Resources (Zeeland) en Noord-Nederland (Groningen). Het zesde cluster is een verzameling van verschillende industriële bedrijven, verspreid over het land. De plannen bevatten niet alleen de gezamenlijke verduurzamingsplannen van de bedrijven in de clusters zelf, maar ook de randvoorwaarden die essentieel zijn om dit uit te kunnen voeren, zoals infrastructuur of ondersteunend beleid. Volgend jaar zullen de plannen verder worden ontwikkeld in de Cluster Energie Strategieën (CES). Hierover vindt al overleg plaats met de gezamenlijke netbeheerders. Op deze manier kunnen de netbeheerders hun investeringsplannen afstemmen op de plannen van de industrie, in lijn met het advies van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI).
Randvoorwaarden en beleid
De verschillende clusterplannen laten veel ambitie zien en constateren tegelijkertijd verschillende uitdagingen. Alle clusters zetten in op een combinatie van reductie-opties, zoals: CC(U)S, elektrificatie, inzet restwarmte, waterstof, hernieuwbaar gas, procesefficiency en circulariteit. Veelgenoemde belangrijke voorwaarden zijn voldoende aanbod aan hernieuwbare energie en de aanwezigheid van energie-infrastructuur als facilitator om te verduurzamen. Voor verschillende innovatieve toepassingen moet het huidige beschikbare instrumentarium van de overheid worden aangepast, bijvoorbeeld ten aanzien van het toekennen van negatieve emissies in scope 2 en 3 of het bevorderen van de inzet van groene grondstoffen. De industrie heeft zekerheid nodig om te kunnen investeren, en daarom wordt er in de plannen. om consistent en langjarig innovatie- en subsidiebeleid gevraagd.