Voorlopige fiscale maatregelen ODE gepubliceerd
Lastenverzwaring en negatieve prikkels elektrificatie in aantal sectoren
Op Prinsjesdag (15 september 2020) is het Belastingplan 2021 gepresenteerd. De regering heeft verschillende fiscale maatregelen gelieerd aan energie- en klimaatbeleid aangekondigd voor komend jaar: de CO2-heffing, budgettering van de nieuwe subsidieregeling SDE++, en de nieuwe tarieven voor de Opslag Duurzame Energie (ODE) heffing. De aangekondigde ODE-tarieven kunnen tot een flinke lastenverzwaring leiden voor verschillende industriesectoren.
Bekostiging SDE++
Het voorstel voor een CO2-heffing voor de industrie werd eerder dit jaar al aangekondigd via een publieke consultatie. Naast de heffing is er tevens voorlopige informatie gekomen over de ODE-tarieven 2021. Om de heffing te vermijden, zal de industrie op korte termijn moeten investeren in CO2–reducerende opties. Omdat de kostprijs van deze uitstoot-reducerende technologieën nog veel hoger is dan de bestaande praktijk, is dit jaar de SDE++ opengesteld voor een aantal CO2-reducerende technologieën. De opbrengst van ODE (heffing op het gebruik van elektriciteit en aardgas) gaat naar de algemene begrotingsmiddelen, maar dient in beginsel als financiering van de SDE++. Het Ministerie van Financiën heeft kasuitgaven voor de SDE++ van € 2.648 miljoen (2021) en €2.692 miljoen (2022) geraamd. Om deze uitgaven te kunnen financieren worden de tarieven voor de ODE in 2021 en 2022 aangepast als onderdeel van het Belastingplan 2021.
Voorlopige tarieven ODE 2021 en 2022
Het ministerie heeft de voorlopige ODE tarieven voor 2021 en 2022 gepubliceerd in een wetsvoorstel. Deze nieuwe tarieven zijn volgens het ministerie noodzakelijk voor de financiering van de energie- en klimaattransitie. Per tariefschijf is aangegeven wat het verschil is met de tarieven in het jaar daarvoor. In dit voorstel is tevens de lastenverschuiving tussen huishoudens en bedrijven meegenomen. In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat de lastenverdeling voor de opbrengst van de ODE tussen huishoudens en bedrijven is verschoven van 50-50 naar 33-67. Dit jaar is de tariefstijging in de derde en vierde belastingschijf daarom al flink gestegen. Door deze verschuivingen zal de industrie naar verwachting in 2021 ongeveer 390 miljoen voor de opbrengst van de ODE gaan betalen, en in 2022 395 miljoen. Dit bedrag zal in 2030 oplopen naar 550 miljoen.
Onderzoek lastenverzwaring industrie
Naar aanleiding van twee moties heeft het Kabinet onderzoek laten doen naar de gevolgen van de ODE-aanpassingen voor de industrie. CE Delft en Wageningen Economic Research hebben deze onderzoeken uitgevoerd. Beide rapporten concluderen dat de lasten voor energie-intensieve bedrijven zullen stijgen. Voor een aantal specifieke bedrijfssectoren (chemie, glastuinbouw, papierindustrie en voedselindustrie) zullen de financiële gevolgen significant zijn. Dit kan de transitie in deze sectoren afremmen. Om dit te voorkomen wil het Kabinet de komende twee jaar aanvullende middelen beschikbaar stellen om bedrijven uit die specifieke sectoren tegemoet te komen. De invulling hiervan wordt de komende periode in overleg met de sectoren uitgewerkt. Uit de onderzoeken is tevens gebleken dat de systematiek van de ODE en de Energiebelasting niet prikkelt tot elektrificatie, terwijl dit een belangrijke verduurzamingsroute voor de industrie is. Het Ministerie van Financiën voert een evaluatie van de Energiebelasting uit, waarbij ook rekening wordt gehouden met een herziening van de Europese Energiebelasting richtlijn. Het Kabinet wil dit alles meenemen in toekomstige aanpassingen van de EB en ODE. Daarbij wil zij rekening houden met de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.