Kanttekeningen VEMW bij beoogde invulling Energiewet
Voorstel geen waarborg voor systeemintegratie en rechtszekerheid
Het ministerie van EZK heeft in juli de contouren van de zogenaamde ‘Energiewet’ ter consultatie voorgelegd. Die wet moet de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 samenvoegen met als doel de energietransitie, onder meer door systeemintegratie te faciliteren. VEMW onderschrijft de wenselijkheid van die integratie, onder meer omdat de complexiteit van het energiesysteem toeneemt, er grote investeringen in de infrastructuur nodig zijn, de vraag naar flexibiliteit toeneemt en nieuwe marktmogelijkheden verzilverd moeten kunnen worden. Ten aanzien van de invulling plaatst VEMW evenwel een aantal fundamentele kanttekeningen.
Systeemintegratie
In het werkdocument stelt EZK dat de elektriciteits- en gaswetgeving zoveel mogelijk één geordend en toegankelijk kader moet worden om systeemintegratie te faciliteren door onnodige barrières weg te nemen. Ook moet hiermee het toevoegen van nieuwe energiedragers aan het wettelijk kader, zoals waterstof, worden versimpeld. De regelgeving die hybride verbruikseenheden (bijvoorbeeld power-heat) raakt dient hiermee te worden verminderd. Om tot een geïntegreerd regelgevingskader te komen, wordt voorgesteld om enkele van de huidige netcodes (Informatiecode en Meetcodes) vast te stellen bij Ministeriële Regeling. De Ministeriële Regeling (MR) is hiervoor niet het geschikte instrument: Een code wordt vastgesteld in overleg met de sector, een MR na overleg met de sector. Een inhoudelijke toetsing door marktpartijen in overleg met netbeheerders in het zgn. Gebruikersplatform (GEN) wordt dan vervangen met een toename van het risico op politisering en een minder zorgvuldig onderbouwde belangenafweging. Een tussenoplossing is volgens VEMW gelegen in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), met de ingebouwde adviesfunctie (controle) van de Raad van State en advies van toezichthouders Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
Rechtsbescherming
Een aantal netbeheerderstaken wordt herijkt. Dit omvat enkele zeer zorgwekkende voorstellen. Zo wordt voorgesteld om het beheer van een waterstofnet toe te vertrouwen als tijdelijke, ongereguleerde taak aan GTS. Het verlenen van een ongereguleerde taak aan een monopolist is uitermate ongepast. Regulering borgt transparantie die gezien de kosten van de voorziening gerechtvaardigd is. De bestaande infrastructuur is bovendien aangelegd met inkomsten uit de gereguleerde gastaken. VEMW pleit daarom voor het reguleren van de nieuwe waterstoftaak, aangezien deze op termijn sowieso gereguleerd dient te worden. Deze taak tijdelijk ongereguleerd bij de systeembeheerders onderbrengen leidt tot financiële complicaties, ondoorzichtige kosten, en oncontroleerbaar technisch beheer.
Ronduit zorgwekkend is dat volgens het contourendocument het recht op een aansluiting significant wordt afgezwakt door de aansluitplicht voorwaardelijk te maken aan de transportplicht. Momenteel is incidenteel sprake van wachttijden voor transportcapaciteit van meer dan 10 jaar. Door het aansluitrecht hieraan te koppelen zal het Nederlandse elektriciteitsnet op slot gaan voor nieuwkomers en uitbreidingen van bestaande afnemers. VEMW onderstreept dat voor een succesvolle industrietransitie voldoende transportcapaciteit voorwaarde scheppend is.
De investeringen in de energie infrastructuur om de energietransitie mogelijk te maken vragen om een proactieve benadering. In het beoogde wetsvoorstel is nog nauwelijks geanticipeerd op de kaderstellende adviezen van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI). VEMW adviseert uit oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid het TIKI-advies nadrukkelijk in acht te nemen. Een belangrijk punt hierbij is de kostenverdeelsleutel van de nettarieven. Die moet een toekomstbestendige grondslag krijgen juist om het energiesysteem gebruik te optimaliseren in plaats van duurzaam gedrag, met technologie zoals power-to-heat en strikte capaciteitstarieven voor grootverbruikers van elektriciteit, te belemmeren. Ook ontbreekt het faciliteren van vraagsturing.
De rechtszekerheid speelt ook ten aanzien van het behandelen van data in de energiesector. Het dataverkeer neemt toe door toenemende complexiteit van zowel het systeem als de opwekking en het verbruik. Afnemers krijgen het recht op toegang tot data die hen betreffen. Dat biedt nieuwe marktmogelijkheden door bijvoorbeeld toepassing van kunstmatige intelligentie. Maar ook de dataveiligheid moet goed geborgd zijn. Dit alles leidt tot extra kosten waarbij vooralsnog niet duidelijk is hoe die toegewezen worden aan de systeembeheerder en de afnemer. Ook ontbreekt de cruciale mogelijkheid tot verificatie van gegevens. VEMW is verheugd te zien dat de rol van gebruiksprofielen zal worden verkleind, die er nu vaak voor zorgt dat maatschappelijke multisites worden afgerekend op een onjuist verbruik.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Het werkdocument ‘Contouren van de Energiewet’ biedt een hoopvolle eerste stap, maar riskeert tegelijkertijd op onderdelen zeer zorgwekkende misstappen te begaan. De energiewetgeving vormt de voorwaarden voor het handelen van de monopolistische netbeheerders. De wetgeving moet energiegebruikers adequaat beschermen tegen misbruik van dit monopolie. De voorgestelde tijdelijke, ongereguleerde taak voor GTS past geenszins binnen dit doel. De voorgestelde wijzigingen aan de aansluit- en transportrechten zijn tevens zorgwekkend, en verschuiven het onderliggende probleem (netcapaciteitstekort) in plaats van het op te lossen. Dit terwijl een adequaat elektriciteitsnet voorwaarde scheppend is voor de industrietransitie. De beoogde systeemintegratie is veelbelovend en biedt kansen om de energietransitie doelmatiger uit te voeren. Wel behoeft de voorgestelde regelgevingsmethode aanscherping en dient het risico op politisering te worden verkleind. Daarnaast blijkt uit dit werkdocument dat rekening wordt gehouden met de unieke positie van maatschappelijke multisites – een terechte erkenning die veel systeeminefficiënties kan beslechten.”