Industrie kan 3 Mton CO2 in 5 jaar reduceren door innovatieve energiebesparing
Onafhankelijke validatie verlaagt technologie toepassingsdrempels
Een studie van de consultants RoyalHaskoningDHV en PDC toont aan dat de Nederlandse industrie met de toepassing van innovatieve, energiebesparende, technieken de komende 5 jaar tenminste 3 Mton CO2 uitstoot kan besparen. De studie is uitgevoerd in opdracht van FME en VEMW die in dit kader samenwerken in ‘Project 6-25’. Uit de studie, die 7 juli tijdens een webinar is gepresenteerd, blijkt dat de grootste winst te behalen is met technieken gericht op warmte-integratie, ICT en flexibiliteit.
Onderzoek
De Project 6-25 validatiestudie heeft 15 technologieën in onderzoek genomen die innovatief zijn en nu al uitgerold kunnen worden (TRL 8-9). De technologieën zijn onder te verdelen in vijf toepassingsgebieden, te weten warmte-integratie, ICT en Artificial Intelligence, flexibiliteit, motors & drives en membraanscheiding. Maar liefst 80 procent van de mogelijke CO2 besparingen in de komende vijf jaar zit in vergroting van efficiency. De industrie blijkt bijna 1 Mton aan CO2 besparing snel te kunnen realiseren door slim gebruik van sensoren, data en kunstmatige intelligentie. Daarnaast liggen er kansen bij de terugwinning van restwarmte door bijvoorbeeld mechanische damprecompressie, warmtepompen voor hogere temperaturen, hybride boilers, energie efficiënte magneetkoppelingen en predictive maintenance. Onder een terugverdientijd van 5 jaar en een kapitaalslastenvergoeding van 8 procent blijkt in de praktijk cumulatief, industrie breed 3 Mton aan CO2-besparing gerealiseerd te kunnen worden. Wanneer de terugverdientijd 10 jaar zou bedragen is een additionele 1 Mton reductie mogelijk.
Programmatische aanpak
FME en VEMW zijn Project 6-25 gestart met als ambitie om in 2025 zes megaton CO2 te kunnen reduceren door energiebesparingsmogelijkheden in industriële productieprocessen. VEMW voorzitter Gertjan Lankhorst: “het project is een kickstart voor vergroening van de Nederlandse industrie. Dit project brengt door de programmatische aanpak producent en gebruiker bij elkaar en brengt door de onafhankelijke validatie innovaties dichterbij de praktijk van industriële energiegebruikers. Waar het theoretisch, technisch reductiepotentieel van de onderzochte technologieën ruim 8 Mton blijkt te bedragen, blijft na een economische- en haalbaarheidsvalidatie nog 3 Mton over. Het verschil heeft te maken met marktomstandigheden, besluitvorming en financiering en bedrijfsvoeringaspecten zoals de complexiteit van de geïntegreerde en geoptimaliseerde processen, het beperkt aantal onderhoudstops, de risico’s van nieuwe technologie in bestaande processen, onbekendheid met suppliers, e.d.”
Opgave
Lankhorst vervolgt: “de 3 Mton emissiereductie die resulteert uit efficiencyverbeteringen komt bovenop de verbeteringen die de afgelopen 5 jaar gerealiseerd zijn en ervoor hebben gezorgd dat de CO2-emissies in de industrie licht zijn gedaald bij een productiegroei van gemiddeld 7,5 procent. De mogelijke extra reductie in de komende 5 jaar moet ook gezien worden in het licht van het transitiepad, waarbij de allergrootste reductie van de 19,4 Mton opgave tot 2030 moet komen van groene en blauwe waterstof - met afvang, transport en opslag (CCS) cq hergebruik (CCU) van CO2 -, van elektrificatie van de warmtebehoefte in de industrie en de uitkoppeling van restwarmte met de gebouwde omgeving. Deze opties hebben infrastructuur nodig die nu nog niet of onvoldoende beschikbaar is, waardoor de effecten pas na 2025 zichtbaar zullen worden in een verdere daling van de emissies.”