Update stimulering hernieuwbare energie en CO₂-reductie
Minister Wiebes (EZK) informeert kamer over uitvoering
Minister Wiebes heeft de Tweede Kamer een updategegeven over de uitvoering van de stimulering van hernieuwbare energie en CO2-reductie. De eerste ronde van de verbrede SDE++ regeling wordt met 8 weken uitgesteld tot november 2020. Daarnaast onderzoekt de minister de mogelijkheid om het fiscale EIA-instrument via de erkende maatregelenlijst te vergroten en schetst hij het proces m.b.t. de ODE-heffing.
Subsidie instrument: SDE++
De eerste ronde van de verbrede SDE++ wordt door de minister met 8 weken uitgesteld. Dat heeft onder meer te maken met de COVID-19 maatregelen, waardoor de verlening van vergunningen die benodigd zijn bij de subsidieaanvraag is vertraagd. Een tweede factor is de benodigde goedkeuring van de regeling door de Europese Commissie in het kader van verboden staatsteun. Daarnaast onderzoekt de minister de ontwikkelingen m.b.t negatieve elektriciteitsprijzen. Op 24 november moet de eerste fase van de regeling opengesteld worden met een tenderbedrag van 70 euro/ton CO2, een bedrag dat via 85 en 180 oploopt tot 300 euro/ton in de vierde fase, die 24 december opengesteld wordt.
Uit het overzicht van projecten waarover positief beschikt is in de najaarsronde 2019, is op te maken dat het overgrote deel van het verplichtingenbudget aan zonne-energie (zon-PV) toebedeeld is. Gevolgd door windenergie (100 projecten), warmte uit biomassa en warmtekrachtkoppeling (WKK) (40), zonthermie (19) en hernieuwbaar gas uit biomassa (4 projecten beschikt). Als alle projecten volledig worden gerealiseerd, leveren zij gezamenlijk een productie van 27,2 PJ aan hernieuwbare energie per jaar. Sinds 1 oktober 2019 is een transportindicatie een vereist onderdeel van de aanvraagprocedure voor de SDE+. De regionale netbeheerders hebben voor de 2019 voorjaarsronde 9064 transportindicaties afgegeven, 92% van het totaal aantal aangevraagde indicaties.
Fiscaal instrument: EIA
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeert dat - vergeleken met andere subsidieregelingen - de fiscale EIA-regeling (Energie InvesteringsAftrek) een effectieve subsidie is qua energiebesparing per euro belastinggeld, en daarmee een relatief goedkope manier om CO₂-uitstoot te verminderen. PBL ziet geen argumenten voor een generieke verhoging van het aftrekpercentage. PBL beveelt wel maatwerk binnen de EIA aan m.b.t. bijvoorbeeld de terugverdientijd en een continue screening van technologieën. Tot slot beveelt PBL aan de EIA te verruimen naar bedrijven zonder winstoogmerk. De minister start binnenkort een marktconsultatie om nader inzicht te verkrijgen in hoe de EIA een grotere bijdrage kan leveren aan het stimuleren van procesefficiëntie bij industriële bedrijven, bijvoorbeeld door een door marktpartijen gedragen verruiming van de Energielijst met geactualiseerde besparingsberekeningen.
Heffingsinstrument: ODE
In 2019 is besloten dat vanaf 1 januari 2020 een derde van de ODE betaald wordt door kleinverbruikers en twee derde door bedrijven, waar dat voorheen allebei de helft was. Om een extreme lastenstijging door invoering van de ODE-heffing, zoals bijvoorbeeld voor de glastuinbouw, de voedselverwerkende industrie, papier en chemie, te verminderen en eventueel te temporiseren, laat de minister de effecten van de wijzigingen in de ODE monitoren, waarbij ook gekeken wordt naar mitigerende maatregelen die bedrijven kunnen nemen om de ODE-verhoging te beperken, alsook naar de mogelijkheden voor subsidies en andere instrumenten.