Terug naar nieuws

Nieuwe spelregels beogen collectieve warmtevoorziening te bevorderen

VEMW bereidt zienswijze voor op wetsvoorstel

Klimaat Beleid en toezicht23 juni 2020Thessa de Ridder

Een nieuwe versie 2.0 van de Warmtewet moet het draagvlak voor de energiedrager warmte, het vertrouwen in de voorziening en de bereidheid om te investeren in duurzame collectieve warmte vergroten. Minister Wiebes heeft het Wetsvoorstel collectieve warmtevoorziening ter consultatie voorgelegd. VEMW zal een zienswijze indienen na bestudering van het voorstel en overleg met haar achterban.

Doel
Met het wetsvoorstel streeft de minister na om de groei van collectieve warmtesystemen door nieuwe spelregels te bevorderen, om zodoende mede invulling te geven aan de doelen van het Klimaatakkoord. Hierbij komen onder meer aan de orde de marktordening, transparantie in de tariefstelling, aanscherping van de vereisten voor leveringszekerheid en het zeker stellen van de verduurzaming (CO2-reductie).

Decentralisatie
In lijn met het Klimaatakkoord krijgen gemeenten meer sturingsmogelijkheden om in het kader van de wijkgerichte aanpak de aanleg en exploitatie van collectieve warmtesystemen te bevorderen. Met instrumenten om de publieke belangen te waarborgen. Zo kan een collectieve warmtelevering uitsluitend plaatsvinden nadat een gemeente hiervoor een aanwijzing of ontheffing heeft afgegeven. Met aparte regels voor kleine warmtesystemen en voor VvE’s en verhuurders. Warmtebedrijven worden integraal verantwoordelijk voor de warmtelevering binnen een afgebakend gebied. Toezichthouder ACM ziet toe op naleving van de regels.

Kostenbasis
De nieuwe tariefsystematiek zal meer kostengebaseerd worden met als gevolg dat warmtebedrijven meer zekerheid krijgen dat ze hun efficiënte kosten kunnen terugverdienen en de consument meer zekerheid dat hij niet meer betaalt dan de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de warmte die ze afnemen. Dat betekent dat het – door warmtebedrijven als knellend ervaren niet-meer-dan-anders-principe met als referentie een gasgestookte CV-installatie – wordt losgelaten. De aangescherpte eisen rondom leveringszekerheid en het duurzaamheidsnorm die het wetsvoorstel bevat hebben vooral gevolgen voor de partijen die warmte leveren.

Consultatie
In het wetsvoorstel wordt het aangewezen warmtebedrijf integraal verantwoordelijk gehouden voor een efficiënte (betaalbare) en betrouwbare warmtelevering binnen een specifieke warmtekavel. Een belangrijke vraag is hoe en onder welke (aanvullende) voorwaarden die integrale verantwoordelijkheid ingevuld kan worden, bijvoorbeeld wanneer het warmtenet niet in eigendom is van het aangewezen warmtebedrijf, of wanneer het warmtebedrijf een netwerkbedrijf betreft dat gelieerd is aan de publieke netbeheerder voor elektriciteit en gas. ACM heeft hier onlangs een leidraad voor opgesteld. Ook niet onbelangrijk is het aspect van derdentoegang of koppeling, bijvoorbeeld wanneer naast een bestaande warmtekavel een nieuwe warmtekavel wordt ontwikkeld, of wanneer naastliggende warmtesystemen organisch naar elkaar toe groeien.

VEMW zal voor de deadline van 7 augustus 2020 een zienswijze op het wetsvoorstel voorbereiden, waarbij in ieder geval de uitgangspunten transparantie, een goed toegankelijke en non-discriminatore markt met een gelijk speelveld, en het waarborgen van de belangen van de gebruikers van een warmtevoorziening (rechtsbescherming, ook voor zakelijke warmtegebruikers?) én van de toeleveranciers zullen worden meegenomen. Dat laatste is van belang omdat in het kader van het Klimaatakkoord de uitkoppeling van – industriële – warmte een belangrijke route is om de CO2-uitstoot te reduceren. Systeemintegratie kan, zoals onder meer blijkt uit het TIKI-rapport, bijdragen aan de doelmatigheid van de voorzieningen