Verduurzaming basisindustrie biedt kansen voor Nederland
Kabinet schetst nieuw perspectief voor een klimaatneutrale basisindustrie
Nederland heeft de ambitie en de kans om een internationale vestigingsplaats te zijn voor een duurzame (basis)industrie. Door pro-actief handelen kunnen bedrijven in Nederland een koploperspositie krijgen bij het duurzaam produceren. Om te zorgen dat de industrie succesvol klimaatneutraal wordt, moet de overheid op vier punten de regie pakken: innovatie, opschaling, infrastructuur en wetgeving. Dat is de hoofdlijn van het nieuwe perspectief dat het kabinet schetst in een brief aan de Tweede Kamer.
Klimaatbeleid
Het Nederlandse, Europese en mondiale klimaatbeleid betekent een fundamentele verandering voor de industrie. Waar de wereld ook in 2050 behoefte heeft aan industriële basisproducten voor rijden, reizen, huisvesting, voeding, kleding en medicijnen, moet in 2050 de industriële productie daarvan klimaatneutraal zijn. In 2030 moet de uitstoot van CO2 volgens het Klimaatakkoord al gehalveerd zijn t.o.v. 1990.
Juist in onzekere tijden van de Covid-19 pandemie en de klimaatproblematiek is het belangrijk om over het langere- termijnperspectief van de economie na te denken en voorbereidingen te treffen voor de energie- en industrietransitie. Het kabinet heeft een visie voor 2050 opgesteld om industriële bedrijven en investeerders richting 2050 te geven aan de koers die Nederland langjarig wil varen.
Kansen
Nederland heeft niet alleen de ambitie om een internationale vestigingsplaats te zijn voor de duurzame (basis)industrie, maar ook een kans. Met een hoogopgeleide technische beroepsbevolking, een gunstige ligging voor verhandeling en transport van industriële grondstoffen en goederen, de mogelijkheden die de Noordzee biedt voor productie van grootschalige groene elektriciteit, tot de aanwezigheid van lege gasvelden voor opslag van waterstof en CO2 (CCS) en een buizennetwerk dat ooit is aangelegd voor aardgas maar dat ook geschikt is voor waterstof en groen gas. Door pro-actief te handelen kunnen bedrijven in Nederland een koploperspositie krijgen bij het duurzaam produceren. verhandelen en exporteren. Dat vraagt grote investeringen en de bereidheid om risicovol te investeren. De overheid wil de regie pakken op vier terreinen: de innovatie, de opschaling, het realiseren van de benodigde infrastructuur en de wetgeving met rollen, taken en bevoegdheden voor partijen in de voortbrengingsketen.
In samenwerking met bedrijven en kennisinstellingen zijn inmiddels industrieroutes opgesteld voor het missie gedreven Topsectoren- en innovatiebeleid, en worden sleuteltechnologieën langjarig ondersteund. Sommige technieken zijn dichter bij het punt om op grote schaal te worden toegepast, maar kennen hoge kosten en risico's die bedrijven niet alleen kunnen dragen. Het kabinet wil opschaling op nieuwe manieren kunnen ondersteunen en zet daarbij in op een aantal belangrijke technische ontwikkelingen: waterstof, CCS, elektrificatie en circulaire technieken, zoals chemische recycling. Deze worden breed gezien als potentieel kansrijke opties voor verduurzaming en het Nederlandse verdienvermogen. De overheid neemt hier bewust een risico om van bepaalde technologieën de ontwikkeling te versnellen en dit niet alleen aan de markt over te laten.
De infrastructuur voor de aan- en afvoer van duurzame energie en grondstoffen, warmte en (rest)gassen, moet aangepast worden op de behoeften van de industrie in een klimaatneutrale toekomst. Daarvoor zijn samenwerking tussen de industrie, netwerkbedrijven en overheden essentieel, alsmede een afstemming tussen netwerk capaciteitsplanning en de 6 industriële clusterstrategieën. Met een afsprakenstelsel over onder meer data-uitwisseling en financieringsarrangementen. Met een wettelijke verankering van de rollen en taken van netbeheerders, netwerkbedrijven en marktspelers, én de borging van de rechtsbescherming van gebruikers.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “Het is verheugend dat de overheid een belangrijke rol ziet voor een duurzame industrie in Nederland, en zich wil inzetten om dit voor elkaar te krijgen. En innovatie, opschaling, infrastructuur en aanpassing van de wetgeving zijn daarvoor noodzakelijk. Van belang is nu zo snel mogelijk hiermee te beginnen. Daarbij helpt een spoedige en positieve kabinetsreactie op het TIKI-advies, alsmede een concrete uitvoeringsagenda waaruit blijkt wanneer welke maatregelen genomen worden. De door het kabinet geschetste ambitieuze toekomst is alleen mogelijk door snel en daadkrachtig aan de slag te gaan. Dat biedt perspectief voor bedrijven en biedt het investeringsklimaat dat nodig is om de noodzakelijke investeringen vanuit de industrie te ontlokken.”