Kabinet beoordeelt de Europese industriestrategie
Nederland is positief, maar mist doelen voor ETS en CO2-reductie
Begin maart presenteerde de Europese Commissie een nieuwe industriestrategie voor Europa. Met deze strategie wil de Commissie de Europese industrie een koploper rol toebedelen op het gebied van verduurzaming en digitalisering. De Nederlandse overheid heeft haar visie op dit voorstel op 17 april naar de Tweede Kamer gestuurd. De overheid is positief over de strategie, maar mist specifieke doelen met betrekking tot het versterken van het EU ETS, de inzet van CO2-reducerende technologieën en het toekennen van emissiereducties daarvan.
Versterken van de concurrentiekracht
Vorig jaar riepen de Europese lidstaten de Commissie al op om met een industriestrategie te komen. Internationale spanningen op het gebied van internationale handel, klimaatbeleid en digitalisering zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen. De Commissie wil met deze strategie daarom inzetten op het versterken van het internationale handelssysteem en de Europese interne markt. In de strategie staat dat de EU niet moet meegaan met protectionistisch beleid van derde landen, maar wel haar autonomie wil versterken. De Green Deal speelt daarbij een belangrijke rol: daarmee wil de Commissie klimaatneutraliteit bereiken in 2050, mede door de ontwikkeling van duurzame energiebronnen in Europa te bevorderen en zo de afhankelijkheid van (geïmporteerde) fossiele energiebronnen te reduceren.
Nederlands oordeel
De overheid is positief over de strategie. De beoordeling spreekt van een integrale benadering, doordat de strategie gelinkt is aan de Green Deal en strategieën op andere beleidsterreinen. Er ontbreken echter concrete doelen, zoals een aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem (ETS), terwijl dit wel nodig zou zijn om meer emissiereductie in de industrie te behalen. Tegelijkertijd is het kabinet positief nieuwsgierig naar de Carbon Border Adjustment Measures die de Commissie heeft aangekondigd, met als doel het tegengaan van weglekeffecten bij de energie-intensieve industrie. De strategie benoemt mogelijke innovaties om emissies te reduceren, zoals waterstofproductie. Er ontbreken echter andere, voor Nederland belangrijke, CO2-reducerende technologieën zoals biochemie, CCUS, recycling en elektrificatie. Binnen het ETS moeten zaken als CCU en grensoverschrijdend transport van CO2 per schip of vrachtauto erkend worden als emissiebesparing, evenals erkenning van negatieve emissies verderop in de keten bij de inzet van hernieuwbare grondstoffen. Het is van groot belang dat er voldoende aanbod van duurzame energie in de EU wordt geproduceerd. Tot slot is de Nederlandse overheid van mening dat er ook in de EU op CO2-reductie gestuurd kan worden, en niet op energie-efficiëntie als apart doel. In het Nederlandse Klimaatakkoord is CO2-reductie het centrale instrument om emissiereductie te bereiken.