Gasunie, Groningen Seaports en Shell lanceren ambitieus waterstof ketenproject
Initiatief in Eemshaven beoogt groene waterstof voor industrie boost te geven
Met de lancering van het projectplan ‘NortH2’ voor de realisatie van 3 - 4 GW wind-op-zee in 2030, tot 10 GW in 2040, en de productie van 800.000 ton groene waterstof in 2030 geeft een consortium van Gasunie, Groningen Seaports en Shell Nederland - gesteund door de Provincie Groningen - een grote boost aan de uitvoering van de ambities die zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord. Het project moet leiden tot een reductie van 7 Mton CO2 per jaar. De initiatiefnemers zijn nog op zoek naar partners en verdere ondersteuning, en zullen het project starten met een haalbaarheidsstudie die nog dit jaar afgerond moet zijn. VEMW bereidt een issue paper voor om te kunnen komen tot een doeltreffende en doelmatige inrichting van een waterstofvoorziening.
Projectketen
De initiatiefnemers Gasunie, Groningen Seaports en Shell Nederland beogen hernieuwbare energie te leveren van de bron (productie windenergie) naar de klant (groene waterstof), met tussenkomst van transport en opslag. Met het projectplan beoogt het consortium - met behulp van diverse partners - de benodigde schaalgrootte te bereiken om hun ambitie (3-4 GW wind-op-zee en 800.000 ton H2 in 2030) te realiseren. De waterstoffabriek moet komen te staan in Eemshaven. Gasunie is van plan de groene waterstof via de bestaande aardgas Infrastructuur te vervoeren naar industriële klanten in Nederland (de overige 4 grote clusters uit het Klimaatakkoord) en Noordwest-Europa (Duitse Roergebied). Gasunie investeert ook in de opslag van waterstof in voormalige zoutcavernes zoals in Zuidwending (Veendam). Zo kan het fluctuerende aanbod van hernieuwbare elektriciteit (wind, zon-PV) gebufferd worden in groene moleculen om een bijdrage te leveren aan een betrouwbare energievoorziening.
Klimaatakkoord en regulering
Volgens het Klimaatakkoord moet in 2030 zo’n 3-4 GW aan groene waterstofproductiecapaciteit worden gerealiseerd. Zo’n grootschalige productie vraagt om een snelle prijsreductie van elektrolysers. Door opschaling moet (en kan naar verwachting) tot 2030 een reductie van 60-70 procent in de prijs van elektrolysers gerealiseerd worden, tot een niveau van 200-500 €/kWe bij opschaling naar 3-4 GW. Naast de kostprijsverlaging moet er ook voldoende aanbod van hernieuwbare elektriciteit zijn. De opschaling van waterstofelektrolyse begint nu al serieuze vormen aan te nemen, met initiatieven van onder meer Nouryon, Tata Steel, BP, Dow, Yara en Shell met capaciteiten die oplopen van 1 MW tot 250 MW. De schaalgrens van 100 MW wordt nu voorzien voor 2025.
Het kabinet komt naar verwachting binnenkort met een waterstofvisie, die een nadere uitwerking moet krijgen in een nationaal programma waterstof. Uitgangspunt daarbij zal zijn dat waterstof een nieuwe strategische, klimaatneutrale energiedrager is die op de lange termijn onmisbaar is in de energievoorziening, als grondstof en als energiedrager, als commodity en opslagmedium. VEMW is recentelijk gestart met het opstellen van een ‘issue paper’, dat de aspecten moet aandragen voor een doeltreffende en doelmatige inrichting van de waterstofvoorziening, mede in relatie met de regulering van elektriciteit, gas, warmte en CCS voorzieningen.