Volledige transparantie energieconsumptie van kracht
Duidelijkheid voor niet-netlevering nu ook vergroot
Sinds 1 januari 2020 moeten alle leveranciers certificaten hebben en afboeken voor zowel groene als grijze energie, ongeacht of ze leveren aan kleinverbruikers of grootverbruikers. Deze zogenaamde ‘Full Disclosure’, ofwel volledige transparantie, is geregeld bij wet. De uitvoering van de regeling is in handen van CertiQ en ACM ziet toe op de handhaving. VEMW heeft aangedrongen op duidelijkheid voor zogenaamde niet-netleveringen, zoals industriële WKK’s op een Directe Lijn. Een recente wetswijziging voorziet hier in.
Regeling
Sinds 1 januari jl. is naast de ‘Garantie van Oorsprong’ (GvO) voor hernieuwbare elektriciteit (windturbines, zonnepanelen, waterkracht, bio-centrales) ook een ‘Certificaat van Oorsprong’ (CvO) ingevoerd, voor elektriciteit geproduceerd met een fossiele brandstof (kolen, aardgas, nucleair). De plicht voor aanmelding van de certificaten bij Certiq ligt bij de leveranciers.
Uitgangspunt is dat alle consumptie in Nederland gedekt moet zijn, hetzij door een CvO, hetzij door een GvO. VEMW heeft gesignaleerd dat er onduidelijkheid is met betrekking tot een aantal niet-netleveringen, zoals warmtekrachtkoppeling-installaties (WKK) die elektriciteit op een installatie of op een directe lijn (DL) invoeden, waarbij de geproduceerde elektriciteit achter de aansluiting wordt geconsumeerd zonder tussenkomst van een leverancier. Op 17 december 2019 is een wetswijziging gepubliceerd in de Staatscourant om duidelijkheid te creëren voor dit soort niet-netleveringen, die niet zichtbaar zijn voor de openbare netbeheerder, noch voor de leverancier, noch CertiQ. In dit soort gevallen kan de producent voor elke productie-installatie (bijvoorbeeld WKK) die zich achter de aansluiting bevindt GvO’s of CvO’s voor niet-netlevering aanvragen. Het is dus geen verplichting, maar een mogelijkheid. VEMW is verheugd dat de oproep om duidelijkheid te creëren weerklank heeft gevonden.
Certificaten voor groene en grijze energie worden ingekocht bij producenten of handelaren. Die certificaten hebben betrekking op de levering van de commodity (elektriciteit), niet op de dienst programmaverantwoordelijkheid (pv). Het portfolio-management (risico) ligt bij de leverancier terwijl toezichthouder ACM verantwoordelijk is voor de handhaving. Aangekochte certificaten komen op een rekening bij CertiQ en worden afgeboekt wanneer de stroom geleverd is. De CvO’s zijn twaalf maanden geldig tussen datum van productie en datum van gebruik. Zogenaamde ‘etiketteringscertificaten’ die na 1 juli 2019 zijn geproduceerd en afgegeven door CertiQ, kunnen sinds 1 januari 2020 worden omgezet in CvO’s.
Verwachting
Afgelopen najaar verwachtte CertiQ dat in 2019 van de 120 TWh elektriciteitsconsumptie in Nederland zo’n 57 TWh is gedekt door GvO’s, waarvan 40 TWh aan GvO’s wordt geïmporteerd uit andere EU-lidstaten. Dat impliceert dat in 2020 zo’n 63 TWh extra afgeboekt gaat worden door CertiQ als CvO. Van circa 2000 (de)centrale installaties in Nederland kunnen CvO’s afgegeven worden, waarvan er zo’n 500 door CertiQ zijn geregistreerd. De meeste van die installaties zetten fossiel gas (aardgas) om in elektriciteit. Zo’n 1000 eindgebruikers hebben een geregistreerd account bij CertiQ.