Wetsvoorstel verbod Groningengas omgeven door onzekerheden voor afnemers
Grootste verbruikers laagcalorisch gas krijgen mes op de keel
Minister Wiebes (EZK) heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel gestuurd dat een verbod regelt om via een aansluiting op het laagcalorisch gastransportnet van GTS in een gasjaar meer dan 100 miljoen m3 gas te onttrekken. Dat verbod moet op 1 oktober 2022 ingaan. Het wetsvoorstel (MvT) roept volgens VEMW veel vragen op en biedt helaas onvoldoende houvast voor de betreffende afnemers om alternatieven concreet en verantwoord uit te werken.
Verbod
Het wetsvoorstel dat de minister de Tweede Kamer heeft gestuurd regelt een verbod met ingang van 1 oktober 2022 om via een aansluiting op het laagcalorisch gastransportnet van GTS in een gasjaar meer dan 100 miljoen m3 gas te onttrekken. GTS krijgt de wettelijke taak om afnemers die dit betreft om te schakelen naar hoogcalorisch gas als zij dat wensen. De nu 9 afnemers voor wie dit geldt moeten zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van het wetsvoorstel de netbeheerder van het landelijk gastransportnet GTS melden dat hun aansluiting omgeschakeld of afgesloten dient te worden. Daarmee wordt de afnemer de verzoeker van de om- of afschakeling, hetgeen van belang kan zijn voor de kostentoerekening. De minister kan een afnemer een vergoeding toekennen indien het verbod schade veroorzaakt ‘die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico’ en die de afnemer in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. Onduidelijk is echter nog hoe groot die compensatie is en hoe het recht op zo’n compensatie wordt ingevuld.
Onzekerheden
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “opvallend is dat het wetsvoorstel dat de verbodsbepaling en de wettelijke omschakeltaak van GTS regelt, haaks staat op het advies dat GTS de minister deze zomer heeft gegeven. Dat luidt dat een omschakeling van de 9 grootste gebruikers van laagcalorisch gas ondoelmatig is en volgens de huidige inzichten ook niet langer nodig is om de leveringszekerheid te borgen. Kennelijk wil de minister armslag creëren om eventuele tegenvallers in zijn mix van maatregelen op te vangen. Voor de 9 grootverbruikers die meer dan 100 mln m3 laagcalorisch gas per jaar verbruiken, én de bedrijven die daaronder zitten en mogelijk boven de grens gaan uitkomen levert het wetsvoorstel veel onzekerheden op. Zij moeten na een periode van radiostilte in minder dan 3 jaar niet alleen op zoek naar een alternatief voor het verboden gas, maar dat alternatief ook nog concretiseren, uitwerken, plannen in hun investerings- en onderhoudscycli en inpassing in de bedrijfsvoering. En dan is nog volstrekt ongewis óf en in welke mate zij recht hebben op een adequate nadeelscompensatie, en zo’n compensatie is nou net de sleutel om afnemers niet onevenredig te benadelen en hun volle medewerking te krijgen die recht doet aan bedrijfseconomische grondslagen. Het staat de minister weliswaar vrij om op voorwaarden een ontheffing te verlenen voor de verbodsbepaling, maar ook hier is de invulling van de grondslagen onduidelijk.”
Grünfeld vervolgt: “Wij kunnen niet anders dan vaststellen dat de minister sinds zijn eerste aankondiging in januari 2018 steeds weer nieuwe onzekerheden creëert. De grootste verbruikers van laagcalorisch gas in Nederland hebben vanaf het begin duidelijk gemaakt bereid te zijn om waar nodig en mogelijk een bijdrage te leveren aan de oplossing van het maatschappelijke probleem rond de winning van Groningengas. Door alternatieven te zoeken in een aansluiting op hoogcalorisch gas of een verduurzaming van de energiebehoefte. Hiertoe zijn ook concrete plannen ingediend, maar een adequate reactie is tot op heden uitgebleven.”