Minister Wiebes trekt regie gaswinning Groningen naar zich toe
Mijnbouwregeling aangepast t.a.v. operationele strategie
Het is niet langer de NAM maar de minister van EZK die de operationele strategie voor de winning van Groningengas vaststelt. Een wijziging van de Mijnbouwregeling bepaalt dit gelet op de gewijzigde Mijnbouwwet en Gaswet, die gericht is op het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld. De minister heeft de Senaat 29 augustus jl. hierover geïnformeerd.
Operationele strategie
Met ingang van het nieuwe gasjaar op 1 oktober 2019 treden de laatste artikelen van de ‘Wet betreffende het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld’ in werking. Uitgangspunt van deze wijziging van de Mijnbouwwet en de Gaswet is het kunnen sturen op het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld om deze zo snel mogelijk te kunnen beëindigen.
De artikelen die in werking treden op 1 oktober hebben betrekking op de uitvoering van de operationele strategie. Met grondslagen voor het stellen van regels die zich richten tot de Nederlandse Aardolie Maatschappij, die vergunninghouder van het Groningenveld is. Uitgangspunt van de wetswijziging is een systeem van meten, analyseren en rapporteren. De NAM moet doorlopend de seismiciteit monitoren, gebruik makend van de parameters en de grenswaarden (waakzaamheids-, signalerings- en interventieniveau) uit het Meet- en Regel Protocol (MRP). Wanneer grenswaarden behorende bij de vastgelegde parameters op signaleringsniveau worden overschreden, moet de NAM de minister van EZK en de inspecteur-generaal der mijnen (SodM) informeren, en nader analyseren of het veiligheidsrisico niet hoger is dan bij vaststelling van de operationele strategie werd verwacht. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat het interventieniveau bereikt wordt.
Bij het optreden van een zwaardere aardbeving (≥3.0 op de Richter-schaal) moet de NAM de minister en de IG der mijnen direct informeren en binnen 48 uur een nadere analyse maken. Daarbij legt de regeling ook de verplichting vast om binnen twee weken te rapporteren of het veiligheidsrisico significant afwijkt van de gegevens zoals deze zijn versterkt ter onderbouwing van de door de vergunninghouder voorgestelde operationele strategie.
Regie
Met de wetswijziging die 1 oktober a.s. ingaat, en gelet op het minimaliseren van de gaswinning uit het Groningenveld, stelt niet langer de NAM maar de minister van EZK jaarlijks een operationele strategie vast. Dat houdt dus in dat de minister bepaalt hoeveel en op welke wijze er gas wordt gewonnen uit het Groningenveld. Met deze operationele strategie beoogt de minister de veiligheidsrisico’s zoveel mogelijk te beperken waarbij ook de leveringszekerheid kan worden geborgd. NAM is verplicht ‘om zich exact aan de operationele strategie te houden’. De minister kan tussentijdse maatregelen nemen indien bijvoorbeeld het veiligheidsbelang daarom vraagt. Daarvoor is een doorlopend inzicht in de gevolgen van de gaswinning van groot belang. SodM zal de minister adviseren in geval grenswaarden worden overschreden en eventuele maatregelen aan de orde zijn.